De vorige keer blogde Patty over de methode Triple-C >>
Een collega die een cliënt laat vallen omdat de transfer niet op de rem staat, of die een tosti achterlaat bij iemand met verslikkingsgevaar, een collega die buiten de daarvoor bestemde plekken rookt (als een cliënt dit doet wordt ook een MIP gemaakt) of privacygevoelige documenten mee naar huis neemt om zich in te lezen voor de vergadering van morgen die hij vergeten was.
Agressie
En dan: agressie uit collega’s. Meld jij het als je cliënt een collega dreigt te slaan en je collega dreigt terug te slaan? Meld je het als je collega uit reflex terug slaat? Of als je collega terug scheldt?
Gruwelijk
Vijf jaar geleden heb ik een incident meegemaakt voortkomend uit een collega dat me altijd zal bijblijven. Niet alleen omdat de situatie zo gruwelijk was, maar ook omdat ik me nog schuldig voel.
Eén op één begeleiding
Ik kwam één op één begeleiding geven. Dit was omdat de cliënt veel auto mutileerde en niet at. Hij was op dat moment ongeveer twintig jaar oud en verstandelijk zat hij op het niveau van een kind van twee. Mijn collega bereidde de maaltijd die ik aan de cliënt kon geven: pizza die in de blender verdund werd met wat tomatensap. Ik kon haar nog net tegenhouden de vla er ook bij te stoppen.
Toetje
Met de geblenderde pizza en het schaaltje vla ging ik naar hem toe. Met veel moeite lukte het om hem zijn avondeten op te laten eten. Behalve het toetje. Ik was blij dat hij zijn avondeten op had en vond geen toetje geen ramp. Mijn collega blijkbaar wel.
Ernstige meervoudige beperking
Ze pakte het ventje op en drukte hem tegen de muur. ‘Patty trapt hier misschien in, ik niet!’ Ze nam het schaaltje vla en deed zijn kin omhoog om de lepel in zijn mond te proppen. Omdat deze te ver in zijn keel ging, moest hij braken. ‘Dat doet hij expres om mij te dissen’, zei ze. Ik riep dat iemand met een ernstige meervoudige beperking niet eens het denkvermogen had om dat bewust te doen. Ze pakte de lepel, deed het braaksel erop en goot het terug in zijn keel.
Schaamte
Op dat moment handelde ik niet. Ik bevroor. Ik kon niet geloven wat ik zag. Ik was zo overdonderd dat ik het tegen niemand durfde te zeggen. Ik vond mezelf zwak. Ik was net begonnen met werken en had de moed nog niet om hier direct mee naar de directeur gaan. Toen ik na een maand wegging van de woning, besloot ik om het tegen een collega van die groep te vertellen. Met schaamte verliet ik de groep en hoopte ik dat zij actie zou ondernemen. Ik schoof het in iemand anders schoenen.
Schuldgevoel
De MIP was mij toen niet bekend. Als ik van de MIP af wist, had ik het formulier waarschijnlijk binnen een week ingevuld. Die stap zou voor mij veel minder groot geweest zijn dan verbaal iets te melden waarvan je weet dat het ernstige gevolgen heeft. Het schuldgevoel dat ik overhield van het niet melden, voel ik tot de dag van vandaag nog. Dit ene moment heeft invloed in mijn hele handelen: ik zal nu altijd iets melden en direct opkomen voor cliënten.
Actie
Ik hoorde laatst dat je een MIP nog tien jaar na het incident kunt invullen. Ondanks dat dit vijf jaar geleden gebeurde, weet ik de details nog tot in de puntjes. Dit is voor mij dus de kans om alsnog, veel te laat, actie te ondernemen. Lang leve de MIP.