Vorige keer blogde Elsbeth over mindset en sociaal werk >>
Een mooie presentatie gaven ze, de twee initiatiefnemers. Over hoe ze op een groot historisch terrein een soort van ‘city’ gaan neerzetten waar zorg, wonen, werken, recreëren en toerisme samenkomen. In een prachtig groene historische omgeving. Eenzame ouderen, mensen met een verstandelijke beperking en studenten gaan er samen leven, werken en zorgen voor elkaar. Eenzaamheid wordt opgelost en participatie wordt mogelijk gemaakt. One happy community.
Inclusieve samenleving
Klinkt toch geweldig. Waarom krijg ik dan een frons op mijn voorhoofd en de neiging om ‘moeilijk te gaan doen’ . Ik vraag me het volgende af: Een minimaatschappij voor een exclusieve selectieve groep mensen… Hoe verhoudt zich dat met het nastreven van een inclusieve samenleving waar iedereen mee mag en kan doen? Werkt dit soort initiatieven geen ongelijkheid in de hand? Een soort ‘verzorgingsminimaatschappij’ voor een bepaalde groep mensen die het kan betalen? Is dat wat we als ‘grote’ maatschappij moeten toejuichen en ondersteunen?
Co-creatie
Wie is eigenaar van deze minimaatschappij? De staat? De initiatiefnemers? Of de mensen die er wonen, leven en werken? Is er in deze minimaatschappij ook sprake van een minidemocratie? Wie gaat er bepalen wie er wat op welke manier mag gaan doen in deze minisamenleving? Is er sprake van co-creatie? Oftewel: in hoeverre hebben de burgers van deze minimaatschappij zeggenschap en regie over hoe zij samen willen leven?
Tekentafel
Misschien is het niet zozeer de vraag of we dit soort initiatieven moeten toejuichen of bekritiseren maar zijn er twee andere vragen: De eerste vraag is een brutale. Ik zou namelijk graag zien dat sociaal werkers, docenten en studenten van de opleiding sociale studies uitgenodigd worden aan de tekentafel van de initiatiefnemers. Want (toekomstige) sociale professionals zijn expert in het samen brengen van diverse (groepen) mensen om sociale vraagstukken op te lossen. En dan nemen we een aantal toekomstige bewoners mee. Zij zullen graag willen meedenken en willen vertellen wat belangrijk is als het gaat om samen leven, wonen, werken en recreëren in deze minimaatschappij.
Rol
De tweede vraag is een vraag gericht aan collega docenten, sociaal werkers en de beroepsvereniging professionals in sociaal werk (BPSV, voorheen NVMW) : hoe kijken jullie aan tegen dit soort initiatieven? Wat vragen jullie je af? Welke rol vinden jullie dat het sociaal werk en opleidingen sociale studies heeft?