De vorige keer blogde Elsbeth over samenwerking rondom sociale vraagstukken >>
We zitten nog in de auto en komen de eerste al tegen: eerst melden voordat je het terrein op mag. Zou je al wel even naar het toilet mogen? Vraag ik me af. We hebben immers drie uur in de auto gezeten op weg naar de camping in Zeeuws Vlaanderen. Zonder vragen toch maar gedaan. Bij het sanitair gebouw stuit ik op de tweede regel: in verband met rust op de camping na 22.00 uur niet meer afwassen. En in het toilethokje kijk ik tegen de derde aan. Of ik het toilet wil achterlaten zoals ik het aantrof omdat de persoon na mij ook graag van een schoon toilet gebruik maakt.
Beperking
Poeh. We hebben nog niet eens een plekje gevonden om te gaan staan en ik begin al te twijfelen of ik daar wel wil zijn. Ik was toe aan vrijheid en frisse lucht. De confrontatie met deze regels roepen bij mij beperking op en veranderen mijn humeur in een donderwolk. Alsof ik niet zelf kan bedenken dat we even moeten laten weten dat we er zijn, dat lawaai in de avond niet prettig is en andermans remsporen mogelijk nog minder. Oké. Toegegeven. Het is ook wel fijn dat er een aantal regels zijn. Ik weet zo wel wat ik kan verwachten. Zo klaart de gedachte aan rust vanaf 22.00 uur de lucht meteen.
Prettig samenleven
Een camping is misschien wel een samenleving in het klein. Op de camping van de uienboer in Zeeland vraag ik me af hoeveel en welke regels een samenleving nodig heeft om prettig samen te leven? Of, in de lijn van sociaal werk gezegd: welke regels maken dat mensen in wisselwerking met hun sociale omgeving tot hun recht komen waarbij ze maximaal rekening houden met anderen. (Beroepsprofiel, NVMW 2006).
Niemand is de baas
In de Volkskrant las ik afgeopen weekend over Mitch Altman die hackerspaces helpt opzetten. Hackerspaces zijn vrijplaatsen waar geeks samenkomen en krachten bundelen. Iedereen kan er naar binnen lopen en naar eigen inzicht iets bouwen-of uit elkaar halen. Niemand is er de baas en iedereen is er de baas.
Huisregels
Mitch Altman vertelt in het artikel over de eerste utopische gemeenschap die hij opzette. Dat liep niet goed af. Er vielen zelfs doden. Een groepje nieuwkomers wilde de regels bepalen en niemand kon zeggen dat deze mensen moesten vertrekken. Het was immers een anarchistische commune. Altman leerde dat, hoe anarchistisch ook, je mensen moest kunnen wegsturen. Hij vertelt dat na een jaar peinzen en discussiëren over deze paradox er twee huisregels ontstonden. De eerste is: ‘Be excellent to each other’. Altman geeft aan dat het opzettelijk een subjectieve regel is. Er zal altijd gediscussieerd moeten worden over wat ‘excellent’ eigenlijk betekent. Iedereen is welkom zolang je maar rekening houdt met elkaar.
Mediator
De tweede is de ‘asked to leave’ regel. Deze houdt in dat als je gevraagd wordt om te vertrekken, dan moet je vertrekken tot de kwestie via een mediator is opgelost. Wat denk jij, hoe zouden deze twee regels uitpakken op de camping van de uienboer in Zeeland? En in de samenleving? En die mediator, moest jij ook meteen aan een sociaal werker denken?