De vorige keer keer blogde Maritza over de vele instrumenten in het Sociaal Werk >>
Zo had ik gisteren een gesprek bij de instelling voor gehandicaptenzorg waar onze pleegzoon woont. Al eerder hebben we er gesprekken gevoerd over dat simpele zaken regelmatig misgaan. Zaken waarvan je denkt dat ze tot de basiszorg behoren en die niemand bewust vergeet. Maar toch komt hij regelmatig in het weekend in te kleine kleding thuis, raakt er speelgoed kwijt of is men niet goed op de hoogte van bepaalde afspraken. En daar maken wij ons dan druk om.
Kwaliteit
In eerste instantie hebben we dit opgelost door extra afspraken te maken met zijn coördinerend begeleider. Wie er met ons communiceert, wat er precies in zijn weekendtas mee naar huis gaat enzovoorts. Bovenop de normale gang van zaken werden er regels opgesteld die er voor moesten zorgen dat de zorg aan kwaliteit won. Het ging een tijdje beter. Maar onlangs groeide het lijstje met ergernissen weer aan. En dus was het tijd voor een nieuw gesprek met zijn coördinerend begeleider, voogd en locatiemanager.
Basiszorg
En wat blijkt? Juist dóór de extra regels en afspraken die we in de loop van de jaren met elkaar hadden opgesteld, ging het nu mis. Een schokkende, maar verhelderende conclusie. We zien dat de groepsleiders hun uiterste best doen om het goed te doen. Maar door zich aan alle, vaak kleine, regels te willen houden, raakte de basiszorg uit beeld. Want niets was meer vanzelfsprekend. Alles was tenslotte extra vastgelegd. En ging er wat mis, dan kwam er weer een afspraak bij. Met regelrechte regelstress tot gevolg.
Loslaten
En dus voerden we het gesprek niet over welke afspraken we nu weer in regels zouden vastleggen, maar over vertrouwen. De basiszorg als uitgangspunt nemend. De intentie hebben om te doen wat goed is voor dit mooie, maar complexe mannetje. Want ook wij schieten in de kramp bij alle extra afspraken. En dat werkt niet. Voor ons, maar ook niet voor de professional op de groep. En dus gaat het team van de woongroep nu met elkaar in gesprek over wat de basis is die zij ons mannetje en zijn huisgenoten moeten bieden. En gaan wij weer leren loslaten, om samen te komen tot kwaliteit.
Schijnzekerheid
Wat ik me door dit gesprek besef is dat het vaker zo werkt in het sociaal werk. Alsof het voor hulpverleners een tweede natuur is om bij complexe zaken steeds meer regels te verzinnen. Protocollen te ontwikkelen. Stappenplannen en stroomschema’s te implementeren. Schijnzekerheid creëren ze, die eerder ten koste gaat van professionaliteit dan dat hiermee het welzijn van de cliënt wordt versterkt. Want waar is het vertrouwen op elkaars professionaliteit? En waarom is het zo moeilijk om collega’s aan te spreken als zij die professionaliteit niet tonen? Want dat hoort er dan ook bij. Is dat moeilijk omdat er dan geen regels meer zijn om op terug te vallen? Als dat zo is, dan heb ik voor iedereen die van regels houdt – of het nu cliënten, hulpverleners of managers zijn – één belangrijke regel: ‘Eenvoud is een voorwaarde voor betrouwbaarheid’ (Edsger Dijkstra ,1930-2002). Door de programmeurswereld is deze regel vertaalt in het KISSSS-principe: Keep it Simple, Short, Straightforward and Smart. En daar wordt zowel de cliënt, de hulpverlener als het sociaal werk als geheel een stuk beter van
Zo had ik gisteren een gesprek bij de instelling voor gehandicaptenzorg waar onze pleegzoon woont. Al eerder hebben we er gesprekken gevoerd over dat simpele zaken regelmatig misgaan. Zaken waarvan je denkt dat ze tot de basiszorg behoren en die niemand bewust vergeet. Maar toch komt hij regelmatig in het weekend in te kleine kleding thuis, raakt er speelgoed kwijt of is men niet goed op de hoogte van bepaalde afspraken. En daar maken wij ons dan druk om.
Kwaliteit
In eerste instantie hebben we dit opgelost door extra afspraken te maken met zijn coördinerend begeleider. Wie er met ons communiceert, wat er precies in zijn weekendtas mee naar huis gaat enzovoorts. Bovenop de normale gang van zaken werden er regels opgesteld die er voor moesten zorgen dat de zorg aan kwaliteit won. Het ging een tijdje beter. Maar onlangs groeide het lijstje met ergernissen weer aan. En dus was het tijd voor een nieuw gesprek met zijn coördinerend begeleider, voogd en locatiemanager.
Basiszorg
En wat blijkt? Juist dóór de extra regels en afspraken die we in de loop van de jaren met elkaar hadden opgesteld, ging het nu mis. Een schokkende, maar verhelderende conclusie. We zien dat de groepsleiders hun uiterste best doen om het goed te doen. Maar door zich aan alle, vaak kleine, regels te willen houden, raakte de basiszorg uit beeld. Want niets was meer vanzelfsprekend. Alles was tenslotte extra vastgelegd. En ging er wat mis, dan kwam er weer een afspraak bij. Met regelrechte regelstress tot gevolg.
Loslaten
En dus voerden we het gesprek niet over welke afspraken we nu weer in regels zouden vastleggen, maar over vertrouwen. De basiszorg als uitgangspunt nemend. De intentie hebben om te doen wat goed is voor dit mooie, maar complexe mannetje. Want ook wij schieten in de kramp bij alle extra afspraken. En dat werkt niet. Voor ons, maar ook niet voor de professional op de groep. En dus gaat het team van de woongroep nu met elkaar in gesprek over wat de basis is die zij ons mannetje en zijn huisgenoten moeten bieden. En gaan wij weer leren loslaten, om samen te komen tot kwaliteit.
Schijnzekerheid
Wat ik me door dit gesprek besef is dat het vaker zo werkt in het sociaal werk. Alsof het voor hulpverleners een tweede natuur is om bij complexe zaken steeds meer regels te verzinnen. Protocollen te ontwikkelen. Stappenplannen en stroomschema’s te implementeren. Schijnzekerheid creëren ze, die eerder ten koste gaat van professionaliteit dan dat hiermee het welzijn van de cliënt wordt versterkt. Want waar is het vertrouwen op elkaars professionaliteit? En waarom is het zo moeilijk om collega’s aan te spreken als zij die professionaliteit niet tonen? Want dat hoort er dan ook bij. Is dat moeilijk omdat er dan geen regels meer zijn om op terug te vallen? Als dat zo is, dan heb ik voor iedereen die van regels houdt – of het nu cliënten, hulpverleners of managers zijn – één belangrijke regel: ‘Eenvoud is een voorwaarde voor betrouwbaarheid’ (Edsger Dijkstra ,1930-2002). Door de programmeurswereld is deze regel vertaalt in het KISSSS-principe: Keep it Simple, Short, Straightforward and Smart. En daar wordt zowel de cliënt, de hulpverlener als het sociaal werk als geheel een stuk beter van.
Zo had ik gisteren een gesprek bij de instelling voor gehandicaptenzorg waar onze pleegzoon woont. Al eerder hebben we er gesprekken gevoerd over dat simpele zaken regelmatig misgaan. Zaken waarvan je denkt dat ze tot de basiszorg behoren en die niemand bewust vergeet. Maar toch komt hij regelmatig in het weekend in te kleine kleding thuis, raakt er speelgoed kwijt of is men niet goed op de hoogte van bepaalde afspraken. En daar maken wij ons dan druk om.
Kwaliteit
In eerste instantie hebben we dit opgelost door extra afspraken te maken met zijn coördinerend begeleider. Wie er met ons communiceert, wat er precies in zijn weekendtas mee naar huis gaat enzovoorts. Bovenop de normale gang van zaken werden er regels opgesteld die er voor moesten zorgen dat de zorg aan kwaliteit won. Het ging een tijdje beter. Maar onlangs groeide het lijstje met ergernissen weer aan. En dus was het tijd voor een nieuw gesprek met zijn coördinerend begeleider, voogd en locatiemanager.
Basiszorg
En wat blijkt? Juist dóór de extra regels en afspraken die we in de loop van de jaren met elkaar hadden opgesteld, ging het nu mis. Een schokkende, maar verhelderende conclusie. We zien dat de groepsleiders hun uiterste best doen om het goed te doen. Maar door zich aan alle, vaak kleine, regels te willen houden, raakte de basiszorg uit beeld. Want niets was meer vanzelfsprekend. Alles was tenslotte extra vastgelegd. En ging er wat mis, dan kwam er weer een afspraak bij. Met regelrechte regelstress tot gevolg.
Loslaten
En dus voerden we het gesprek niet over welke afspraken we nu weer in regels zouden vastleggen, maar over vertrouwen. De basiszorg als uitgangspunt nemend. De intentie hebben om te doen wat goed is voor dit mooie, maar complexe mannetje. Want ook wij schieten in de kramp bij alle extra afspraken. En dat werkt niet. Voor ons, maar ook niet voor de professional op de groep. En dus gaat het team van de woongroep nu met elkaar in gesprek over wat de basis is die zij ons mannetje en zijn huisgenoten moeten bieden. En gaan wij weer leren loslaten, om samen te komen tot kwaliteit.
Schijnzekerheid
Wat ik me door dit gesprek besef is dat het vaker zo werkt in het sociaal werk. Alsof het voor hulpverleners een tweede natuur is om bij complexe zaken steeds meer regels te verzinnen. Protocollen te ontwikkelen. Stappenplannen en stroomschema’s te implementeren. Schijnzekerheid creëren ze, die eerder ten koste gaat van professionaliteit dan dat hiermee het welzijn van de cliënt wordt versterkt. Want waar is het vertrouwen op elkaars professionaliteit? En waarom is het zo moeilijk om collega’s aan te spreken als zij die professionaliteit niet tonen? Want dat hoort er dan ook bij. Is dat moeilijk omdat er dan geen regels meer zijn om op terug te vallen? Als dat zo is, dan heb ik voor iedereen die van regels houdt – of het nu cliënten, hulpverleners of managers zijn – één belangrijke regel: ‘Eenvoud is een voorwaarde voor betrouwbaarheid’ (Edsger Dijkstra ,1930-2002). Door de programmeurswereld is deze regel vertaalt in het KISSSS-principe: Keep it Simple, Short, Straightforward and Smart. En daar wordt zowel de cliënt, de hulpverlener als het sociaal werk als geheel een stuk beter van.