Vorige keer blogde Klaas over de balans tussen mantelzorgers en professionals >>
Dit antwoord geeft natuurlijk gelijk aanleiding tot een goed gesprek. Verschillende mensen in mijn omgeving zijn de laatste jaren voortijdig hun baan kwijtgeraakt. Crisis nietwaar. Dus zo vreemd vond ik het niet dat iemand zijn baan kwijtraakt. Veel van deze kennissen werkten in het bedrijfsleven, waar de omzetten door de crisis waren teruggelopen en de productie moest worden ingekrompen. Hij werkte niet in het bedrijfsleven.
Reorganisatie
Hij was onderzoeker, verbonden aan een universiteit en stond nog maar een paar jaar voor zijn pensioen. In tijden van crisis kiezen veel jonge mensen ervoor om de arbeidsmarkt nog even te vermijden en nog wat meer tijd te steken in een studie. Universiteiten hebben daardoor niet veel last van de crisis. Waarom was hij dan ontslagen? ‘Reorganisatie’, was het antwoord. ‘We kregen een nieuwe directeur en zij wilde laten zien dat hoe daadkrachtig zij is.’ Ik knikte hem bemoedigend toe en hij legde uit: ‘Zij vond onze vakgroep te klein en daardoor niet breed genoeg. Daarom werd onze vakgroep opgeheven en ons werk ondergebracht bij een groter instituut. Het hele personeel, drie man sterk, werd ontslagen. Er werden enkele nieuwe functies gedefinieerd en daarvoor werden vacatures gesteld.’ ‘Dus jij kon solliciteren om je oude baan terug te krijgen?’ Hij schudde zijn hoofd: ‘Nee, niet echt. Wij zijn te oud, te duur. Er werden jonge academici aangenomen. Jong, goedkoop en plooibaar.’ Ik begreep de situatie: ‘Een bezuiniging dus.’ ‘Nee’, was zijn antwoord en hij pakte nog een toastje. ‘Het was een kwaliteitssprong, zoals zij dat noemde.’ Ik keek kennelijk niet overtuigd, want hij vervolgde: ‘Je moet immers met je tijd meegaan, de universiteit moet ook marktgericht denken.’ Ik snapte de situatie. Hij ook. Hij bracht zijn uitleg met een ironische glimlach. Zelf ben ik nooit slachtoffer geworden van een reorganisatie, maar ik heb er wel veel meegemaakt. Zowel in het particuliere bedrijfsleven als in het onderwijs en in de sociale sector zijn reorganisaties aan de orde van de dag.
Wonderolie
Zelfs als de organisatie prima loopt kun je als manager via een reorganisatie allerlei problemen oplossen. Dan worden afdelingen herschikt, uitgebouwd of ingekrompen, gezagslijnen opnieuw gedefinieerd, functies anders ingevuld, taken herzien, nieuwe beleidsdoelen geformuleerd. Alle managers hebben dit kunstje geleerd. Je ziet dit precies hetzelfde zowel in de profit- als in de non-profitsector. Beide sectoren lijken steeds meer op elkaar. Sinds de privatisering van nutsbedrijven en sociale instellingen, zoals openbaarvervoersbedrijven, woningcorporaties, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, zorginstellingen, zijn alle organisatieprincipes en managementinstrumenten universeel geworden. Elke manager kent de moderne managementtrucjes: problemen worden kansen, kritiek wordt gratis informatie, bezuinigingen noem je prioriteiten stellen, of een kwaliteitssprong, of temporisering, of aanpassing, of desnoods negatieve groei. Het publiek waarvoor je werkt, of het nu bedrijven, patiënten of studenten zijn, heten voortaan allemaal klanten. Je werkterrein heet markt en je dient te weten wat je positie is op die markt en welke positie je op die markt op termijn wilt innemen: je strategisch beleid. En om dat beleid uit te voeren is reorganisatie nodig.
Modern management
Veel managers slaan de strategische doelen over en beginnen gelijk na hun aantreden aan de o-zo-noodzakelijke reorganisatie. Daarmee maken ze naam bij hun superieuren en na een paar jaar, soms een puinhoop achterlatend, hoppen ze naar een nieuwe plek. Desnoods in een totaal andere branche want voor modern management hoef je de werksoort niet te kennen. Daarbij wordt hun salaris vaak marktconform opgetrokken. We leken het erover eens te worden dat mijn gesprekspartner het slachtoffer was geworden van dit soort management. ‘Proost!’ riep hij en we hieven het glas.