De vorige keer legde Hans uit waarom het sociaal werk achterloopt op de zorgsector >>
‘Op mijn leeftijd heb ik niet het idee dat ik, op sociaal terrein althans, nog ondernemen ga. Hoogstens zou het nog eens functioneel kunnen zijn bij het ventileren van een politieke mening. Maar pas als ik mezelf adequaat toegerust vind. Daarbij komt dat ik mijn digibetisme ook wel wat in lijn vind met leeftijd. Het knaagt daarom niet echt.’
Digitale vernieuwing
Deze sociaal werker is helaas niet de enige professional die nog niet aangehaakt is bij de digitale vernieuwing van het sociale vak. Dat is mede de rede dat ik er een boek over schrijf. Werkers c/q de collega’s van digibeten, maar ook werkgevers en bestuurders wil ik laten zien dat je er niet aan ontkomt.
Urgentie wordt niet gevoeld
Wat dit lastig maakt, is dat het van hoog tot laag kennelijk nog niet vervelend genoeg voelt dat deze kennis mist. In het dagelijks werk heeft deze werker er blijkbaar weinig last van. Je herkent vast wel een collega die het volgende gezegd kan hebben: ‘Laat het voor mij maar zitten, dat stuk mogen mijn jongere collega’s oppakken.’ De urgentie wordt nog niet gevoeld.
Knelpunt
Een knelpunt dat hiermee samen kan hangen, is wat een stafmedewerker van een welzijnsorganisatie verzuchtte: ‘Waar ik nu vooral tegenaan loop, is de angst van mijn collega’s om te veel te laten zien. Bij ieder voorstel om iets op Facebook of Twitter te zetten, is er wel iemand die zegt “dat wil ik niet”. Hierdoor loop je volgens mij veel publiciteit mis.’
Verhalen van klanten
In dit geval is de urgentie wel doorgedrongen bij de stafmedewerker, maar worden er door de uitvoerend werkers nog beren op de weg gezien. Vanuit haar organisatie gezien wil zij graag meer de verhalen van klanten vertellen. Via hun Twitteraccount laat ze bijvoorbeeld af en toe zien wat zij aan de dienstverlening hebben.
Storytelling
Storytelling is op social media altijd een goede invalshoek want dat raakt anderen. Bij persoonlijke verhalen van anderen kunnen we ons van alles voorstellen en erin meevoelen. Niet alleen klanten zelf, maar ook financierders en opdrachtgevers krijgen zo een goed beeld waar hun geld naartoe gaat. Maar dat beeld moet je dan wel met z’n allen neerzetten. Dagelijks. Niet met één tweet per twee weken, of vaak nog minder.
Jouw inkomen
Hier kan mede het voortbestaan van de organisatie bij aanbestedingen, en dus werkgelegenheid en dus jouw inkomen, vanaf hangen. Misschien is dat een argument om eens naar collega’s te gebruiken, wanneer die nog denken zoals de sociaal werker van hierboven?
Privacy
Door jezelf goed neer te zetten, trots te zijn op je werk en resultaten te laten zien (lees: te laten vertellen door je doelgroep, liever niet zelf doen) pak je een positie waar opdrachtgevers niet omheen kunnen. En weten klanten meteen dat ze bij jullie moeten zijn omdat ze zich zullen herkennen in de verhalen. Wanneer je daarbij tegen privacy oploopt van de verhalen over klanten, kan je natuurlijk altijd anonimiseren. Of van een man een vrouw maken bijvoorbeeld. Dus laat je daardoor niet tegenhouden.
Profileren
Collega’s mag je aanspreken op hun professionaliteit. Jezelf als professional profileren hoort er gewoon bij in deze tijd. Zichtbaar maken dat jij en je collega’s hierin de experts zijn die het ook dubbel en dwars waard zijn in de schijnwerpers te staan met jullie belangrijke werk. Een andere sociaal werkster verwoorde het zo: ‘Het wordt tijd dat we de regie over het sociaal domein terugpakken. Wat weten ze op het stadhuis nou van ons werk? Wij hebben die kennis en expertise toch in huis? Nou dan!’
Laat maar zien.
Werk aan de winkel dus.