Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties5

Boze burger is een actieve burger

Vorige week was ik in mijn voortuintje de rozen aan het snoeien. Gewoon, niets bijzonders. Toen het klaar was en de tuin er weer even tegen kon, keek ik nog eens goed naar de zeven lijlinden die zich voor het huizenblok midden op het trottoir bevinden. Prachtige bomen en normaal gesproken goed onderhouden door de gemeente. Alleen nu even niet: aan de voet van de bomen waren inmiddels zoveel jonge scheuten ontstaan dat een gewoon mens niet meer over het trottoir kon lopen. Laat staan mijn buurvrouw met haar rollator of de jonge ouders even verderop met hun kinderwagen.
Boze burger is een actieve burger

Omdat ik de snoeischaar toch in mijn hand had haalde ik de scheuten van een paar bomen weg en ruimde het afval op. Diezelfde avond deed de buurman van even verderop hetzelfde met de bomen voor zijn huis. Gevolg: iedereen kan er weer door.

Een gebeurtenis van niets. U zou het ook gedaan hebben. Het zette me echter wel aan het denken over burgerschap en de rol van de overheid daarin. Want stel nou dat de gemeente  een brief had gestuurd met de volgende strekking: ‘Beste burger, wij hebben geen geld meer om de bomen voor uw huis te snoeien. Wilt u dat voortaan zelf doen, in het kader van actief burgerschap? Als u daarbij onze ondersteuning nodig heeft kunt u dat laten weten. Hoogachtend, uw gemeente’.

Zou ik dan ook de snoeischaar hebben gehanteerd? Ik denk het niet. Waarom? Omdat ik geen zin heb om op te knappen wat de gemeente laat liggen. Die dan ook nog pronkt met actief burgerschap. Maar juist omdat de gemeente niets doet kom ik in beweging. En de buurman ook. We zijn boos omdat de gemeente er kennelijk niet voor kan zorgen dat rollators, kinderwagens en rolstoelen over ons trottoir kunnen. En vanuit boosheid gaan we aan de slag: als de gemeente het niet doet, knappen we het zelf wel op.

En dan lees ik later weer zinnen als: ‘De overheid wil actief burgerschap bevorderen door de sociale samenhang te vergroten en aan te sluiten bij initiatieven, wensen en behoeften van burgers’. Of: ‘Overheden, professionals en hun organisaties moeten zichzelf opnieuw uitvinden om de burger te ondersteunen in de ontplooiing van eigen initiatief en cocreatie’. Kijkend naar de bomen in mijn straat, denk ik dat actief burgerschap zo niet gaat werken. De overheid moet geen ondersteuning voor burgerinitiatieven organiseren, de overheid moet juist de boosheid van de burger organiseren. Een boze burger wordt een actieve die denkt: ik zoek het zelf wel uit. En die gaat aan de slag, zonder ondersteuning van de overheid.

Wil Verschoor, manager Programma Participatie van MOVISIE

5 REACTIES

  1. Hoi Wil,
    Dank voor je blog. Boosheid is een ingang. Dat ben ik met je eens. Wel moet ik zeggen dat ik me ook kan vinden in hetgeen Anne-Marie schrijft. Samenwerking tussen burgers, overheid, woningbouw en bedrijven in de wijk daar gaat het volgens mij om. De meeste burgers kunnen prima aangeven waar het mis gaat (boos worden), oplossingen bedenken en de oplossingen ook daadwerkelijk uitvoeren. Maar niet iedere burger kan dit. Het geloven in je eigen kracht is bij ons misschien sterk aanwezig maar er zijn veel burgers die dit geloof niet hebben. Welzijn kan hier een goede partij zijn.
    Daarnaast hebben we in Nederland te maken met vele protocollen en bureaucratische organisaties. Dit maakt het ook niet altijd makkelijk om als burger aan de slag te gaan. Vandaar dat ik er voor pleit dat er samen wordt gewerkt. Door het samenwerken kunnen we dan samen leren hoe we met minder budget met alle partners de wijk schoon, veilig en gezellig kunnen houden.
    Groet Aura de Klyn
    http://auradeklyn.blogspot.nl

  2. Lees alle reacties
  3. Wil, in principe ben ik het helemaal met je eens: de gemeente moet de burger vooral ruimte geven. Tegelijkertijd merk ik dat ik steiger als je het woord ‘boos’ gebruikt . Boos is anti, tegen. Ik ben altijd vooral vóór iets, wat ik belangrijk vind. Dus niet dat de gemeente het niet doet, maar dat ik het belangrijk vind dat mijn buren er goed langs kunnen. Ik houd me helemaal niet bezig met wat de gemeente ‘zou moeten doen’. Ik merk dat ik helemaal niet zo denk, en waarschijnlijk met mij nog heel veel mensen. Wat ik heel plezierig vind, is als gebeurt wat onze gemeente regelmatig doet: voorafgaand aan grote ingrepen al een aantal bijeenkomsten waarin je als je wilt mee kunt denken over de invulling en waarin tevens ruimte is voor het inbrengen van eigen ideeën die op de plannen aansluiten. Zo is in onze buurt door buurtbewoners een kunstroute aangebracht, is de invulling van de pleinen, speel- en hangplekken voor jong en oud en miniparkjes met een deels door bewoners uitgewerkt, parallel aan en in tijd en aanpak op elkaar afgestemd met groot onderhoud van riolering, gas en andere bekabeling, bestrating en verlichting waar de gemeente opdrachtgever van was. De wijkbeheerder van de gemeente is wekelijks een dagdeel in de wijk, is goed benaderbaar en communiceert (d.w.z. geeft antwoord op mail en voicemail, haalt mensen zo nodig bij elkaar om te overleggen, legt uit, denkt mee). Omdat dit nu al een aantal jaren zo gaat, heeft de gemeente een smoel in de wijk en weet de wijkbeheerder ook welke buurtbewoners waarmee bezig zijn. Ik denk dat daar de kern ligt: je moet elkaar kennen en niet alleen contact zoeken als je iets van de ander hebben wil, het moet gewoon worden dat burgers en (vertegenwoordigers van) gemeente samen nadenken over wat er nodig is, zowel sociaal als qua grijs en groen. Een stad maak je samen. Voor gemeenten betekent dat dus een lange adem en een wezenlijk andere benadering van de burger: deze is samenwerkingspartner en ‘aandeelhouder’ in zijn eigen samenleving.

  4. Boosheid leidt tot actie… Of toch niet? Want een heel deel van de Nederlandse bevolking geeft namelijk uit boosheid op, verhuist, trekt de deur dicht en doet de gordijnen dicht. Juist mensen die geen algemeen vertrouwen in zichzelf en hun buren hebben komen terecht in een spiraal van boosheid en ontevredenheid. Wat maakt nou dat boosheid ook echt tot actie leidt? Wat zijn de voorwaarden daarvoor? En hoe zou je die voorwaarden op een goede manier kunnen beïnvloeden? Een mooi en werkend voorbeeld is de Deventer Schoon Familie, waarin het schoonmaakbedrijf, de gemeente en burgers samen werken. Bijvoobeeld door te zorgen dat burgers het afval dat ze opruimen ook ergens kwijt kunnen.

  5. Wil, je slaat de spijker op z’n kop. Bewustwording, boosheid, onvrede: het maakt dat mensen hun verantwoordelijkheid oppakken en actief.worden. Zelf weer verantwoordelijkheid dragen geeft ook nog een goed gevoel.

  6. Daar ligt precies het probleem bij veel participatieprojecten. Als er geen urgentie is (nog geen jonge scheuten rond de bomen) komen burgers ook niet in actie, en is een gesprek over het tegengaan van eventuele jonge scheuten dus ook zinloos. Toch is dit wat veel gebeurt. Loslaten is het devies.
    Boosheid en actie door burgers bevordert vaak ook nog eens de solidariteit onder buren, en levert in die zin op langere termijn dus ook wat op: blijvend sociaal contact en de mogelijkheid elkaar weer ’te vinden’ als het nodig is.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.