Lees hier meer blogs van Jillis Kors >>
Mijn vraag was simpel: wat betekent de Big Society voor je? Het antwoord was simpel: niets. Maar de Britten staan niet stil. Er zijn (enkele) bewonersbedrijven ontstaan, (meerdere) social enterprises doen het goed (ondernemingen met winst voor mens en maatschappij als hogere prioriteit dan financiële winst), sociale aandelen en obligaties staan in de kinderschoenen, een aandelenbeurs voor sociale ondernemingen is in ontwikkeling. Burgers tonen hun kracht in krimpgebieden door bijvoorbeeld gezamenlijk een gesloten winkel weer te openen.
Probleem is echter dat dit allemaal initiatieven zijn van adviesbureaus, commerciële banken, hoog opgeleide burgers en wetenschappers die een ‘gat in de markt’ hebben ontdekt. Gevraagd naar de wijken waar ik 15 jaar geleden als student schrijnende situaties had gezien, werd mij verteld dat daar alles nog hetzelfde was. De onderkant van de samenleving kon daar niet meekomen in de wijkaanpak waarin corporaties eerst aan wijkvernieuwing deden door nieuwe huizen te bouwen en later bewoners centraal stelden.
Nu kan de onderkant niet meekomen in de Big Society, omdat bewoners in de onderkant niet de vaardigheden en kennis hebben om zelfstandig initiatief te tonen en er enorm wordt bezuinigd op het reguliere werk voor ondersteuning. Toch is er succes: transformatie van de sector. Ondernemingen in zorg en welzijn werken niet langer met 100 procent subsidie, maar met 25 procent subsidie en contracten bij diverse opdrachtgevers. Effecten van het geleverde werk worden nog belangrijker voor opdrachtnemers en -gevers en professionals letten enorm op succesfactoren.
Ik geloof nu niet meer dat Big Society en burgerkracht bedoeld zijn voor de burger, ze zijn bedoeld voor organisaties. Het is een reorganisatie die zinvol is, maar burgers hun eigen kracht laten ontwikkelen hebben wij nog altijd niet in beweging gezet.
Jillis Kors, (Groningen, 1974), opleidingen Cultureel Maatschappelijke Vorming en Sociologie, is senior adviseur maatschappelijke en sociale ontwikkelingen en voorzitter van het SROI netwerk voor Nederland en Vlaanderen.
Het zal me allemaal een biet wezen wat Jillis zegt. Handen uit de mouwen. Nederland wordt een land waar de ene schriftgeleerde de andere schriftgeleerde uitlegt waarom wat de ander zegt niet werkt, of waarom mensen iets niet kunnen. Er zijn vele wegen naar Rome. De onderkant van de samenleving? kunnen we eens af van die stigmatiseringen. Om instituties kunnen we niet heen, maar we kunnen er wel voor zorgen dat ze meebuigen in de juiste richting. Zorg er dan voor dat die mensen die niet bereikt worden er zo toe doen dat ze als vanzelf een plek krijgen. Het glas is niet half vol of half leeg. Het gals loopt over van het talent dat ieder mens heeft en ingezet en betrokken kan worden bij de samenleving
Hier slaat Jillis Kors de plank behoorlijk mis. Kijk eens op de site van Locality en ontdek dat zeer veel van de aangesloten community enterprises in arme wijken opereren en geleid worden door ‘gewone mensen’. In de laatste 10 jaar is het aantal CE”s gegroeid van enkele tientallen tot meer dan 500. Lang voor Big Society dus. Ze gaan uit van het principe dat de winst teruggaat naar nieuwe projecten en dus niet verdwijnt in de zakken van adviesbureau’s e.d. De mensen die er werken verdienen er gewone cao lonen. De bewoners in het bestuur waken er voor dat buitensporige beloningen zoals ook in Nederland in de publieke sector schering en inslag zijn, daar niet voorkomen. Ben benieuwd waar Jillis z’n licht heeft opgestoken in Engeland.