De vorige keer blogde Jillis over passend onderwijs >>
‘De opleiding CMV in Zwolle houdt helaas op te bestaan.’ Wat is dit? Een feestje om het einde van een prachtige opleiding te vieren? Is de CMV’er helemaal overbodig geworden in het sociale domein? Als ik echter beter had opgelet, dan had ik twee jaar geleden al kunnen weten dat dit zou gebeuren. Toen werd de opheffing al aangekondigd. De opleiding is nu onderdeel geworden van de opleiding maatschappelijk werk (social work). Opmerkelijk is dat in dezelfde week een commissie haar bevindingen over de stand van zaken bij opleidingen in het sociale domein presenteerde.
De conclusie van de commissie was in lijn met dat wat in Zwolle gebeurde. De commissie concludeerde dat (op basis van door haar zelf gesignaleerde maatschappelijke ontwikkelingen) drie robuuste profielen in sociaal werk ontstaan. Integraal sociaal werk, Sociaal werk in de (langdurige) zorg en Sociaal werk in het brede jeugddomein. Het integraal sociaal werk is maatschappelijk werk met daarin opgenomen CMV. Langdurige zorg gaat over hulpverlening in de gezondheidszorg en verpleegkunde en het jeugddomein gaat over educatie, jeugd en gezin en opvoeding.
Dat hiermee een crisis in het sociale domein is afgewend is natuurlijk niet waar. Het is waarschijnlijk niet toevallig dat de commissie ook concludeert dat de sector zich moet gaan richten op sociaal ondernemen en het kunnen aantonen van haar maatschappelijk rendement. Eigenlijk had ik daarom verwacht dat de conclusie andersom zou zijn. De maatschappelijk werker een plek geven in het CMV of opbouwwerk domein.
Want, is het per definitie niet zo dat die laatste ondernemender is en meer maatschappelijk rendement levert dan de eerste, omdat de (CMV) opbouwwerker per definitie breder inzetbaar is? Naar mijn mening een treurige conclusie van de commissie. Het is echter bovenal treurig dat een prachtige opleiding verloren is gegaan als gevolg van slecht gedefinieerde maatschappelijke ontwikkelingen.