De wijk is ooit afgesloten op last van de toenmalige burgemeester en de ME is er aanwezig geweest. Nu is de wijk en haar bewoners enorm veranderd. In de buurtmonitor is de buurtbeleving van bewoners zelfs van een mager zesje naar een volwaardige zeven gegaan. Dat wij als gebiedsteam daaraan een bijdrage hebben geleverd is overduidelijk, het wordt namelijk expliciet genoemd. Hartelijk dank voor de medaille en graag gedaan!
Maar wat echt interessant is: wat doen wij anders dan onze voorgangers? Onze aanpak kenmerkt zich door het gelijkstellen van bewoners en plaatselijke regels voor allemaal te laten gelden. Daar zetten wij tegenover dat bewoners met collectieve wensen en oplossingen komen voor problemen in de buurt, waarop wij direct ingaan en die bijna altijd worden ingewilligd.
Onze aanpak is kortom gericht op het collectief. De aanpak van de voormalige collega en zijn team was echter gericht op het individu. Individuen met achterstanden (taal, arbeid, onderwijs, gezondheid) werden bestempeld als sociaal anders. Deze individuen werden kwartiermakers genoemd en bijzonder gemaakt, omdat zij bepalend waren voor de sfeer en uitstraling van de wijk. De collega stelde dat een professional deze bewoners dichtbij moet houden om hen als een vliegwiel te laten functioneren in de buurt.
Veelal hebben deze bewoners echter gezorgd voor angst en onrust in en buiten de wijk door intimidatie en agressie. Wij noemen deze individuen nu onruststokers en hebben het angstpatroon doorbroken. Er staan nu plotseling bewoners op die zich eerst gevangen voelden in de intimidatie en agressie. Om beide partijen mee te nemen in nieuwe ontwikkelingen stellen wij dat er geen onderscheidt gemaakt moet worden tussen bewoners. Wij zetten ons voor alle bewoners in en vragen van alle bewoners dezelfde inzet terug. Het effect is eerder genoemd. De vraag die bepalend is voor de volgende stap: is het mogelijk om bewoners uiteindelijk zover te krijgen dat zij gezamenlijk gaan werken aan leefbaarheid zonder tussenkomst van een professional?
Jillis Kors, (Groningen, 1974) heeft na de opleidingen Cultureel Maatschappelijke Vorming en Sociologie in diverse steden in Nederland opbouwwerk en burgerparticipatie projecten ontwikkeld en uitgevoerd. Sinds oktober 2008 is hij opbouwwerker in Zwolle.
Hallo Jillis. De Universele Verklaring van de rechten van de mens betreffen individuele rechten. Wees daar maar heel blij om. Voor collectieve rechten moet je in communistische staten en de voormalige DDR zijn. Jouw werkwijze (werken met groepen mensen) staat helemaal los van de kwestie “collectieve rechten en plichten of individuele rechten en plichten”. Kennelijk was die voorganger van jou een soort maatschappelijk werker; jij bent een opbouwwerker. Opbouwwerkers werken met groepen en stellen de leefbaarheid in de wijk centraal inplaats van de cliënt centraal te stellen. Opbouwwerkers vragen aan bewoners: wat kom je hier halen en wat kom je hier brengen?. Dat doen jullie kennelijk ook (expliciet vragen om oplossingen). En ja: het is mogelijk om bewoners uiteindelijk zover te krijgen dat zij gezamenlijk gaan werken aan leefbaarheid zonder tussenkomst van een professional. Dat doen de meesten al eeuwen. Reageer svp niet via Linkedin–Zorg en Welzijn, maar reageer svp hier.
Jan Toonen