Wat was dat mooi, toen burgemeester Halsema speciaal het jongerenwerk bedankte voor hun inzet op straat tijdens de crisis. Het jongerenwerk behoorde ook tot de lijst met cruciale beroepen. Ik kan me niet herinneren dat we eerder zoveel waardering en erkenning hebben ontvangen voor ons werk.
Discriminatie
Persoonlijk denk ik dat we ook een cruciaal beroep hebben als het gaat om het terugdringen van discriminatie. Een hot item op dit moment en wat mij betreft zal dat altijd zo blijven. De missie van een jongerenwerker is om jongeren een plek te geven in onze samenleving. Dus ook jongeren die om verschillende redenen gediscrimineerd worden. Dat is ons dagelijks werk. In het jongerenwerk ben ik helaas vaak getuige geweest van discriminatie.
Spiegel
Wat voorbeelden waar jongerenwerkers zelf bij betrokken waren Een Arubaanse jongerenwerker die structureel door Marokkaanse jongeren ‘aap’ werd genoemd. De weerstand in een dorp tegen een team jongerenwerkers die allemaal een tintje hadden. Een verzoek aan mij om in een vrijwel witte wijk geen jongerenwerker in te zetten met een migratieachtergrond (heb ik wel gedaan. Kwaliteit is doorslaggevend). Mannelijke jongerenwerkers die vonden dat vrouwelijke collega’s niet met moeilijke groepen konden werken. Overtuigingen bij jongerenwerkers dat jongeren met een bepaalde etnische achtergrond alleen begeleid konden worden door een jongerenwerker met dezelfde achtergrond. Homofobe jongerenwerkers. Ik vind dus dat we onszelf ook een spiegel voor moeten houden.
Onbekend
Tijdens het werk met de doelgroepen heb ik ook veel trieste situaties meegemaakt. Antilliaanse jongeren die niet welkom waren in een buurthuis vanwege hun etniciteit. Een lesbisch stel dat gepest werd. Witte kinderen in een ‘gekleurde’ wijk die niet buiten konden spelen zonder getreiterd te worden. Jongeren met een handicap of overgewicht die werden uitgescholden. Gelovigen die ongelovigen varkens noemden. Niet-moslims die vonden dat moslims niet in Nederland thuishoren. Surinaamse creolen die denigrerend waren tegen Hindoestaanse Surinamers. Wat bijna in alle gevallen het geval was, was dat de mensen die discrimineren en gediscrimineerd werden, elkaar niet kenden. Daar liggen onze kansen.
Hart
Karim Amghar noemde discriminatie een ziekte van het hart en daar ben ik het mee eens. Een deel van die mensen kan niet genezen. We moeten ons als jongerenwerker richten op mensen die discrimineren uit onwetendheid. Dat betekent dat we nog meer aan bewustwording en kennismaking moeten doen. Er zijn veel werkvormen om hier gestalte aan te kunnen geven, maar waar ik zelf enthousiast over ben zijn straatdialogen en crossovers. Activiteiten organiseren waarbij mensen met elkaar in contact komen en de tijd nemen elkaar te leren kennen.
Crossovers
Zo heb ik ooit witte jongeren uit een Brabants dorpje in contact gebracht met Marokkaanse jongeren uit Rotterdam. De Brabanders durfden de bus in multicultureel Delfshaven niet uit. Aan het eind van de dag werden knuffels gegeven en telefoonnummers uitgewisseld.
Koffie
Ik heb effect gezien bij volwassenen die klaagden over jongeren uit de buurt. Mijn voorstel was om met de jongeren koffie te drinken bij de klagers thuis en te praten. Vanaf het moment dat ze elkaar kenden waren de vooroordelen en klachten verdwenen. De lijst met dit soort voorbeelden is lang.
Twee groepen
Iedereen die me kent weet dat ik van resultaatgericht werken houd en ik heb gezien dat dit soort werkvormen echt verschil maken. Wij moeten alles doen wat binnen onze circle of influence ligt om deze ziekte aan te pakken. Helaas zal discriminatie altijd blijven bestaan, maar in mijn ogen zijn er echter maar twee groepen mensen: zij die deugen en die dat niet doen.