Gelukkig komen haar begeleiders wat eerder en klikken we goed met elkaar. Ik krijg in vogelvlucht wat uitleg over het benaderen van Alice (communiceer kort en duidelijk) en de belangrijkste tips en trucs. Alice communiceert vooral door één of twee woorden te gebruiken en gebaren te maken. Dit zal daarna vanzelf uitbreiden.
Spanning
Alice komt met haar moeder aan en loopt de kantine binnen alsof ze hier al jaren komt. Ik leg uit waar ze haar spullen op kan ruimen en waar de kapstok en de wc zijn en daarna ploft ze op de bank neer tussen de andere jongeren. Ze heeft meteen mijn hart gewonnen. Ontspannen begint ze wat geluiden tegen zichzelf te brabbelen. Alice blijkt de enige die het niet spannend vindt; haar moeder staat zenuwachtig in de hoek van de ruimte en de jongeren, die normaal onze oren van het hoofd kletsen bij binnenkomst, zijn allemaal stil. Als ik naast me kijk zie ik dat Michael ingespannen naar zijn telefoon staart, maar enkel het startscherm voor zich heeft. De tv blijkt ook nog eens kapot, dus ik moet kletsen als Brugman om de stilte te doorbreken. Met warme wangen kondig ik twintig minuten later aan dat we (eindelijk) gaan beginnen met onze activiteiten.
Samenwerken
Samen voor de dieren zorgen is een schot in de roos. Alice loopt vol zelfvertrouwen tussen de dieren en wil overal bij helpen. Ze begint te lachen en straalt als de dieren naar haar toe komen. De dieren helpen de andere jongeren om contact te maken met Alice. De jongeren kopiëren eerst voorzichtig en dan enthousiast mijn manier van communiceren met Alice. ‘Kom maar, ik help jou wel Alice,’ zegt Michael zorgzaam. Tot mijn blijdschap zie ik ook dat moeder opgelucht adem kan halen en steeds meer plezier uit haar bezoek aan de boerderij begint te halen.
Verschillen
Niet iedereen vindt het zo gemakkelijk om te wennen aan nieuwe gezichten. Als de eerste pauze voorbij is en Alice enthousiast door de ruimte naar de deur springt, begint Renate plotseling hard te huilen. Het kost mij ruim een kwartier om haar rustig te krijgen. ‘Ik vind het spannend want ik begrijp Alice niet,’ snikt ze. ‘En ze is druk.’ Als Renate wat rustiger is voegt ze toe: ‘Ik heb autisme en vind het daardoor moeilijk wanneer ik communicatie niet begrijp. Alice maakt veel geluid maar zegt volgens mij niks.’ Na een compliment over hoe goed ze dit verteld heeft leg ik aan Renate uit dat Alice ook autisme heeft, maar een andere vorm. Iedereen met autisme is anders. Ik zie Renates blik veranderen van verdrietig naar geïnteresseerd. Ik leg uit dat als je goed luistert, je hoort dat Alice steeds één of twee woorden zegt. Tien minuten later gaat Renate meteen dapper naast Alice in de stal staan. ‘Goed zo Alice!’ moedigt ze haar aan. Als Alice reageert roept Renate door de stal: ‘Yes, ik versta haar wél!’
Ophalen
Het afscheid is een feestje. Aan het einde van de dag zien alle jongeren Alice als een klein zusje. Moeder wordt overladen met complimentjes van de groep en straalt. Renate stapt als eerste op moeder af en zegt: ‘Ik heb autisme, net als Alice, dus wij begrijpen elkaar heel goed. Ik heb haar geholpen en ze heeft het heel goed gedaan!’ Die gekke labeltjes hoeven helemaal niet, maar soms geeft het ze juist vertrouwen.