Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Column: Hoe dichtbij mag je komen?

In het sociaal domein klinkt vaak het geluid dat digitaal begeleiden afstandelijk is. Het argument dat essentiële omgevingsinformatie en non-verbale signalen verloren gaan, weegt zwaar in deze discussie. Hoewel dit zeker waar is, brengt digitaal begeleiden ook nieuwe mogelijkheden met zich mee, zegt Jacqueline Schilling in deze column.
Jacqueline Schilling (1965) is sociaal werker en heeft ervaring in het brede spectrum van het Sociaal Domein.

Digitaal begeleiden is onpersoonlijk. Dat is een geluid dat ik vaak hoor vanuit het fysieke deel van het sociaal domein. Het argument is dat je dan veel omgevingsinformatie en non-verbale signalen mist, dingen die in een begeleidingsrelatie juist zo belangrijk zijn.

Inderdaad, je mist een aantal dingen, maar je krijgt ook geregeld juist iets extra’s.

Met een scherm ertussen

De afgelopen maanden heb ik cliënten gesproken die in de nacht belden vanuit hun bed. Sloot ik de dag af met mensen of was juist de eerste in de ochtend die ze spraken. Ik kwam in hun huis, in hun badkamer en zelfs in de slaapkamer. Op momenten dat er crisis was of juist op momenten dat er iets bijzonder leuks te vertellen was.

Ook al zit er een scherm tussen en zitten we soms heel veel kilometers van elkaar, toch kun je ook op deze manier dichtbij iemand zijn.

Momenten delen

Ik denk aan de vrouw die ik belde. Ze had een afspraak maar was dat vergeten. Ze nam op met haar haren in de verf. Ik vroeg of ze liever op een ander moment wilde bellen, maar nee hoor, de verf moest toch nog inwerken. En zo voerden we ons gesprek over de doelen die we voor het digitaal contact hadden gesteld. Hoe privé wil je het hebben?

Of de meneer die na een wedstrijd even belt om zijn medaille die hij die ochtend heeft gewonnen te laten zien. Zo mocht ik delen in zijn moment van trots en blijdschap op het moment dat het er voor hem toe deed.

Of de moeder die op de bank zit met haar zoontje en even niet meer weet hoe ze het op dat moment moet aanpakken met het gamegedrag van haar zoon. En midden in de situatie ons er even via beeld bij haalt. Zo zat ik er eigenlijk even naast op de bank en konden ze samen weer verder.

Maar ook in ernstige situaties als bijvoorbeeld zelfbeschadiging weten cliënten ons te vinden. Juist doordat ze weten dat er altijd iemand te bereiken is. De lijn is altijd bemenst en zo kunnen we ook op de zeer moeilijke momenten dichtbij iemand zijn.

Samen optrekken

Onpersoonlijk? Zeker niet dus. Kan digitale begeleiding fysieke ondersteuning geheel vervangen? Nou dat ook weer niet. Want ja, je mist context, je mist het samen een kop koffie drinken  en je kunt niet zo makkelijk samen een formulier bekijken of invullen. Je bent natuurlijk afhankelijk van de kwaliteit van de verbinding en niet iedereen kan overweg met de digitale middelen.

Maar laten we niet het fysieke contact tegenover het digitale contact plaatsen en proberen uit te vechten welke vorm van begeleiden het belangrijkste is. Laten we vooral samen op zoek gaan naar de mix die het beste aansluit bij een cliënt. Dan kunnen we elkaar aanvullen en er zo optimaal mogelijk zijn voor onze cliënten. Dat is toch waar het ons allemaal om gaat?

Vorig artikelColumn: Jongerenwerkorganisaties moeten keuzes maken
Volgend artikelColumn: 7 is voldoende
Jacqueline Schilling (1965) werkt sinds januari 2023 als digitaal begeleider bij DigiContact . Ze is van oorsprong sociaal werker en heeft ervaring in het brede spectrum van het Sociaal Domein. Zij gelooft in de waarde van ontmoeting en echt contact. Hieruit ontstaat verbinding. Vanuit haar functie wil ze de lezer in deze column meenemen in haar ontdekkingstocht in de wereld van nieuwe digitale mogelijkheden binnen het werkveld.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.