Foutje
Als ik de groep binnenloop met het spel in mijn handen draaien alle hoofden nieuwsgierig mijn kant op. ‘Jullie zien het goed, we gaan vanmiddag binnen lekker een spelletje doen,’ vertel ik enthousiast. ‘Jaja ik heb je wel door, Saar! Je houdt ons niet voor de gek, dat is gewoon die SOJA training!’ roept Michael met een trotse blik op zijn gezicht. Ik moet mijn lach inhouden bij het horen van zijn foutje dat hij vol overtuiging door de ruimte roept, en zet een ernstig gezicht op. ‘Tja, als je niet mee wil doen, is dat ook niet erg. Dan schrijf ik op dat diegenen graag buiten willen uitmesten. Eens even kijken…’ met mijn meest serieuze blik kijk ik de jongeren één voor één aan. ‘Nee, wij willen SOJA training!’ roepen ze in koor.
Teams
Binnen de groep hebben we redelijk wat niveauverschillen. Vroeger deelden we de groep op en splitsten we hen op basis van niveau, maar inmiddels zijn we erachter dat de mooiste gesprekken juist op gang komen wanneer de jongeren samenwerken. Ik verdeel de groep in teams van twee waarbij de jongeren die niet kunnen lezen gekoppeld worden aan iemand die dit wel kan. Blij kijk ik toe hoe de teams elkaar high five-en en zelfs een hoek van de kantine opzoeken om stiekem een tactiek te bespreken.
Complimentjes geven
Tijdens het spel is één van de onderdelen iemand een compliment geven. Jaap en Tygo zijn aan de beurt en vallen bijna giechelend van hun stoel. ‘Spannend!’ brengt Jaap uiteindelijk na enkele minuten uit. De rest van de groep laat goed geduld zien. ‘Je kan het, Jaap,’ moedigen ze hem aan. ‘Noem maar iets waar Tygo goed in is!’ ‘Tractor kijken,’ roept Jaap dan. ‘Daar ben jij zelf goed in Jaap,’ zeg ik rustig. ‘Waar is Tygo goed in?’ Enkele minuten later komt er een antwoord: ‘Samenwerken met mij!’
De rest van de groep geeft een applaus en het spel gaat verder. Complimentjes geven blijkt het moeilijkste onderdeel. Iedereen praat met gemak over hun gevoelens en moeilijke situaties, maar bij een compliment geven blijven we lang hangen. Rode wangen en schaterlachen blijven zich herhalen. Wanneer Simon en Menno een complimentje moeten geven aan de begeleiders willen ze zelfs even overleggen op de gang. Het duurt ruim vijf minuten voor Menno durft uit te spreken dat onze stagiaire mooi haar heeft. Snel schuift hij daarna de dobbelsteen door naar de volgende speler terwijl hij naar de tafel staart.
Kaartjes lezen
Op de andere kaartjes staan situaties beschreven. Als ik stiekem meelees zie ik tot mijn verbazing dat de jongeren die voorlezen moeilijke woorden aanpassen voor hun groepsgenoot. ‘Je ziet een blinde man die wil oversteken, ga je helpen?’ ‘Echt niet!’ roept Menno meteen. De groep kijkt hem verbaasd aan en mompelt voorzichtig dat dat zielig is. Menno kijkt ondertussen niet-begrijpend rond. ‘Menno, kan je uitleggen waarom niet?’ vraag ik. ‘Ik kan zelf nog niet oversteken, dat is gevaarlijk. Ik zou Simon voor hulp halen, die helpt mij altijd,’ zegt hij terwijl hij zijn teamgenoot op zijn rug klopt. Er klinkt een gezamenlijk ‘ohja!’ uit de groep en Menno krijgt een hard applaus voor zijn goede oplossing. Heerlijk weer, die SOJA-training.