Gelukkig zijn de jongeren altijd gevoelig voor een beetje spanning en avontuur. Onze Engelse Bulldogs zijn kieskeurig. De ene dag slepen ze je de boerderij over richting het zandpad waar ze lekker mogen ravotten. De andere dag zijn ze met geen mogelijkheid vooruit te branden en willen ze de hele dag snurken in hun mand. Als een voetbalteam dat op het punt staat een Champions League wedstrijd te spelen, staan we in een kring (gezichten op standje serieus) te overleggen hoe we de honden mee gaan krijgen.
‘Ik weet de tactiek,’ roept Simon. ‘Isa, jij gaat naar de honden toe en doet enthousiast. Je weet wel, met een hoge stem blij tegen ze praten en aaien. Zoals dit!’ Iedereen schiet in de lach als Simon zelf met zijn hoogst mogelijke stem: ‘WIE GAAN ER UIT?’ roept. De stemming zit er goed in en de honden willen maar al te graag mee.
Wandelen en samenwerken
Het heerlijke aan wandelen op het zandpad is dat niemand er komt, dus er mag wat energie uitgegooid worden. De jongens hoeven even iets minder op hun volume te letten. Ikzelf kan goede gesprekken voeren tijdens het lopen, maar ook een stapje terug doen en de interactie tussen de groep bekijken. Voor mij zie ik Simon een uitleg geven aan Renate, een meisje met autisme dat veel dingen spannend vindt. Aan het begin van de wandeling liep ze naast mij, ver bij de honden vandaan. ‘Knap he dat ik meega? Maar ik ga niet dichterbij!’ riep ze stellig. Inmiddels kijk ik verbaasd toe hoe ze het handvat van de hondenriem vasthoudt, terwijl Simon hem met zijn hand halverwege stevig omklemt.
Openhartig kletsen
Even later wandelen Renate en Amy weer bij mij. ‘Weet je waarom ik het ineens wel durf? Omdat Simon mij geholpen heeft. Op school werd ik altijd gepest. Waar ik woon soms ook. Niemand wil vrienden met mij zijn en daarom ben ik vaak verdrietig. Maar nu bedenk ik dat jullie mijn eerste echte vrienden zijn. Ik ben zo blij dat ik bijna kan huilen!’ Aan haar gezicht zie ik dat ze het meent.
‘Amy ben jij eigenlijk wel eens gepest?’ vraagt Renate dan. De vraag komt als een verrassing, en ik ben benieuwd of ze hem gaat beantwoorden. De vraag wordt zo luchtig gesteld dat een deel van de lading verdwenen lijkt te zijn. Ik zie dat Amy, een meisje met een pittig verleden, haar antwoord behoedzaam kiest. ‘Ja, ik ben ook wel eens gepest. Omdat ik anders ben dan de rest, terwijl mijn woongroep en school juíst zijn voor kinderen die anders zijn.’
Trots op mijn groep
‘Ben je ook wel eens verdrietig?’ vraagt Renate. Voor het eerst beschrijft Amy enkele pestsituaties en hoe ze zich daarbij voelde. Als ze klaar is met vertellen zucht Renate: ‘Wij zijn heel anders, maar we hebben wel allebei autisme en zijn gepest. Gelukkig hebben we vrienden en lieve dieren op de boerderij.’ Er breekt kort een glimlach door op Amy’s gezicht. Wat ben ik trots op mijn groep, de vriendschappen en het vertrouwen. We draaien ons om voor de terugweg. Ze verdienen een warme kop thee. Thee met hun vrienden.
Ontroerend mooi verhaal. Heel veel respect voor de persoon achter de fictieve naam Saar!