Jas
Ze staan al te popelen bij de deur als ik snel mijn controlerondje doe. ‘Autosleutel, mondkapje, pinpas, jas,’ mompel ik tegen mijzelf terwijl ik alles bij elkaar verzamel. Als ik voor mijn laatste stop bij de kapstok sta om mijn werkjas te pakken, hoor ik Erik zijn boze stem achter mij: ‘Als je die jas aandoet ga ik echt niet mee!’ Erik is nog niet lang in onze groep en heeft een voorzichtige aanpak nodig. Door minimale opmerkingen voelt hij zich afgewezen of beledigd, soms zonder dat wij kunnen achterhalen wat hem dwarszit. ‘Jij doet die jas aan omdat wij gehandicapt zijn. Als wij dan iets stoms doen ziet iedereen aan die jas dat jij onze begeleider en normaal bent!’
Zenuwachtig wiebelt hij op zijn voeten heen en weer. Ik voel mijn wangen kleuren, omdat ik in het verleden inderdaad wel eens blij ben geweest wanneer ik mijn werkkleding aanhad. Bijvoorbeeld wanneer jongere kinderen een driftbui midden in de winkel kregen. Maar vandaag wil ik deze jas vooral aan omdat hij lekker warm is en goede zakken heeft. Ik denk even na of dit een goed antwoord is en besluit dit aan Erik uit te leggen. Hij wacht twintig seconden en draait zich vervolgens zonder iets te zeggen om en loopt naar de auto.
Perfectionist
Als we bij de winkel aankomen maak ik een duidelijke taakverdeling. Wanneer we ongestructureerd een ruimte met vreemde mensen binnengaan worden de jongeren onrustig of dwalen ze af. Erik heeft de leiding over de kar en Amy houdt de boodschappenlijst bij. Marieke krijgt steeds de opdracht om iets uit het schap te pakken, wat vervolgens grondig door Amy geïnspecteerd wordt. ‘Deze rietjes moet je niet nemen Marieke,’ zegt ze als ze de verpakking gelezen heeft. ‘Dit is papier en dat wordt meteen vies in je mond, zoals papier-maché. Niemand vindt dat lekker en dan komt het drinken er niet meer doorheen. Ze zijn ook nog eens 2,75 keer zo duur als die andere rietjes, en die zijn biologisch dus beter voor de planeet. Als je daar drie pakken van pakt hebben we ook het juiste aantal.’
Dat alles vertelt ze in het tempo spraakwaterval, waarop Marieke haar glazig aanstaart. ‘Je mag die gele rietjes pakken, drie keer,’ verduidelijk ik de opdracht. De medewerker naast ons kijkt mijn grinnikend aan. ‘Die dame kan hier wel werken, die kan goed advies geven’, zegt ze. ‘Dat zou ik echt goed kunnen, ik ben perfectionistisch door mijn autisme,’ reageert Amy trots.
File
Erik weet voor alle producten het juiste gangpad uit zijn hoofd en laat, ondanks dat hij complimentjes moeilijk kan accepteren, een trotse glimlach zien. Bij de kassa is het druk en begint dan toch de onrust toe te slaan: we kunnen even niks doen. Als Erik zenuwachtig rondjes om mij heen begint te rennen en de spullen in de schappen niet meer met rust kan laten, zeg ik dat hij alvast voorbij de kassa mag lopen om tot rust te komen. Daar kiest hij een plek weg van de mensen uit en gaat hij de folder zitten lezen. De kassière bekijkt mijn jas en geeft mij een knipoog. Ik ben toch blij dat ik hem heb aangedaan.