Haar nagels zijn rood, wit en blauw gelakt in de kleuren van de Nederlandse vlag. Vrolijk en trots kijkt ze de camera in en houdt lachend haar gouden medaille omhoog. Het is 38 graden buiten, maar ik krijg spontaan kippenvel.
EsmeeAnne is met haar 16 jaar de jongste deelnemer van team Nederland dat ons land mocht vertegenwoordigen op de Special Olympic World Games. Dat zijn de belangrijkste internationale wedstrijden voor mensen met een verstandelijke beperking. De Special Olympics worden eens in de vier jaar gehouden, deze zomer was het de beurt aan Los Angeles. In totaal deden 7000 sporters mee uit 177 landen, waarvan 65 uit Nederland. EsmeeAnne is een zwemster en nu dus een zwem-ster.
Ze bewijst daarmee dat ze geen zielig meisje is, ondanks dat ze een verstandelijke beperking heeft, reuma, een chronische ziekte en regelmatig epileptische aanvallen. Maar de weg naar de medaille is lang niet altijd over rozen gegaan. Ze verdient dan ook heel veel waardering en diep respect.
EsmeeAnne was heel jong toen ze in het ziekenhuis warmwatertherapie kreeg vanwege haar reuma. In het water voelt ze zich vrij en heeft ze geen pijn. Zwemmen wordt haar lust en haar leven. Op haar vijfde heeft ze al zwemdiploma A en B.
Ze gaat trainen bij een zwemvereniging. Daar krijgt ze in het water een aantal epileptische aanvallen. Aan het eind van dat jaar zegt de badjuffrouw plotseling dat er geen plaats meer voor haar is in het nieuwe jaar. Ze zou de les ophouden, het zou te veel tijd kosten en andere moeders zouden het niet zien zitten dat de moeder van EsmeeAnne bij het zwembad komt zitten voor het geval ze een epileptische aanval krijgt.
Deze klap komt hard aan, maar EsmeeAnne en haar ouders laten zich niet uit het veld slaan. Ze nemen contact op met een andere zwemvereniging. De badmeester kent Esmee Anne en haar ouders en reageert heel anders op dezelfde kwestie. Als vijfjarige is Esmee nog een half jaar te jong voor de zwemclub, maar ze kan zolang met de groep van diploma B meezwemmen tegen gereduceerd tarief. Die kans grijpt ze onmiddellijk aan. Ze mag voordoen hoe ze door het gat kan zwemmen en daar groeit haar zelfvertrouwen van. De badmeester plaatst de pion nog iets verder om haar zo aan te moedigen voor diploma C.
Dankzij haar talent, vaardigheden en doorzettingsvermogen presteert EsmeeAnne steeds beter. Ze gaat meedoen aan regionale en nationale wedstrijden. De prijzenkast vult zich met medailles. Het gaat zelfs zo goed, dat ze zich plaatst voor de Special Olympics World Games 2015. EsmeeAnne wint op haar zestiende in Amerika een zilveren medaille op de 4×100 meter estafette voor lange afstand zwemmers en een gouden medaille op de 800 meter.
Dit verhaal inspireert mij enorm. Het succes is te danken aan EsmeeAnne zelf, maar ook aan haar ouders en bijvoorbeeld de zwemvereniging. Neem bijvoorbeeld de badmeester. Ik wil geen oordeel vellen over de badjuffrouw, ik weet niet wat ik in haar plaats in die context gedaan zou hebben, dat is ook niet interessant. De badmeester wijst het kind niet af, keert het niet de rug toe, maar reikt het de hand. Hij denkt in kansen en mogelijkheden in plaats van in onmogelijkheden. Hij creëert voorwaarden waardoor het talent van een kind tot bloei kan komen, het kind in de eigen kracht kan gaan staan. En hij verstaat ook nog eens de kunst om niet te overvragen. Ik wens dat ieder kind en iedere ouder in zijn of haar leven zo’n (bad)meester tegenkomt.
José den Boer is senioradviseur bij K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd en zet zich in voor samenwerking tussen gemeenten, aanbieders en cliënten gericht op innovatieve en doelmatige zorg.