Met als gevolg dat de opgeleide verpleegkundigen weer kiezen voor een baan in het ziekenhuis en de tekorten in de ouderenzorg blijven bestaan. Een mogelijke verklaring voor de toename van het aantal aanmeldingen is de economische crisis. Personeel in de gezondheidszorg is er altijd nodig en de baangarantie is dus hoog. Wat er echter niet bij wordt verteld is dat dit enorm verschilt per sector.

Zo is het momenteel juist moeilijk om een baan te vinden in het ziekenhuis. Waar je eerst een duale opleiding voltooide en uit diverse banen kon kiezen, is dit nu niet meer zo vanzelfsprekend. IC’s leiden verpleegkundigen op, maar geven al geen baangarantie meer. Het is dus van belang om verpleegkundigen te interesseren in die sectoren waar het hardst nodig is, namelijk de ouderenzorg.

De overheid probeert hierop in te spelen door meer verpleegkundigen voor de ouderenzorg aan te trekken. Bijvoorbeeld door de inzet van afgestudeerde HBO-verpleegkundigen gerontologie en geriatrie. Het is echter essentieel dat de toekomstige verpleegkundige al op de HBO-V wordt geïnteresseerd voor de ouderenzorg. Er kleeft echter een negatief imago aan deze sector. En daarbij wordt er voornamelijk stage gelopen in de eerste twee jaar van de opleiding om de directe zorgverlening leren als het wassen en aankleden. De mogelijkheden en uitdagingen die de sector biedt voor verpleegkundigen is daardoor enorm onderbelicht.

Mede door deze factoren kiezen er nauwelijks gediplomeerde HBO-V studenten een baan in deze sector. Maar dat ligt niet alleen maar aan de studenten. Sterker nog, de opleidingen hebben hier zelf een belangrijk aandeel in. Onderzoek toont aan dat opleidingen behoefte hebben aan docenten met meer theoretische kennis, meer praktijkervaring en een betere motivatie en houding ten opzichte van ouderenzorg.

Het gebrek aan gemotiveerde docenten leidt tot een gebrek aan rolmodellen en interesse bij studenten. Gemotiveerde docenten die een positieve houding hebben ten opzichte van ouderen dragen bij aan het inspireren van studenten. Doordat studenten enthousiast worden over de ouderenzorg, heeft dit ook een effect op de latere baankeuze. Het ziekenhuis is dan een minder vanzelfsprekende keuze.

De recente uitspraak van het Landelijke Opleidingenoverleg Verpleegkunde (LOOV) laat helaas zien dat dit nog toekomstmuziek is. Zij geven aan dat door de hoge instroom van HBO-V studenten het moeilijker wordt om kwalitatief goede stages aan te bieden. ‘Het lukt straks misschien wel om iemand in een verpleeghuis te plaatsen, maar daar zijn minder rolmodellen op hbo-niveau’, aldus een bestuurslid van het LOOV. Een achterhaalde gedachte. Natuurlijk zijn er wel voldoende rolmodellen op hbo-niveau.

Een stage waarin het werk in het primaire proces wordt gecombineerd met afdelingsoverstijgende taken. Dat is waar de meerwaarde ligt van de HBO-V’er binnen de VVT. Juist in de ouderenzorg is er behoefte aan afgestudeerde HBO-V’ers. Maar doordat er niet innovatief wordt gedacht over de invulling van de stages en de mogelijkheden die deze sector kan bieden, blijft er altijd een tekort in deze sector aan hoger opgeleide verpleegkundigen.