Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

De participatiesamenleving en ik

Vorige maand was het twee jaar geleden dat het woord participatiesamenleving begon aan haar opmars. Eerst benoemd in de troonrede van 2013, daarna gehypet in de media, vervolgens verkozen tot woord van het jaar en definitief genesteld in ons collectieve vocabulaire. Alsof het er altijd al is geweest.
Wil Verschoor

De vorige keer schreef Wil over schuldsanering en schuldgevoel >>

Steeds vaker vraag ik me af: hoe sta ik zélf in die participatiesamenleving? Heeft de participatiesamenleving invloed op mijn denken en handelen? Laat ik er mijn toekomstplannen door bepalen? Wat bereik je met het invoeren van een woord als participatiesamenleving?

Een voorbeeld. Vroeger was ik een actieve burger. Maar dat had ik niet zo in de gaten. Mijn mantelzorgtaken en vrijwilligerswerk werden toen nog niet benoemd als bijdrage aan de participatiesamenleving. Toen ik er in 2013 mee stopte, was de participatiesamenleving net geïntroduceerd. In participatietermen bleek ik opeens een luie burger. Wat weer leidde tot dat calvinistisch knagende gevoel dat ik misschien wat actiever zou moeten worden. Want ja, die participatiesamenleving verwacht iets van mij en ik kan toch best eens wat doen voor een ander? Plichtsgevoel als motivatie voor vrijwilligerswerk, dat heeft de participatiesamenleving kennelijk al bereikt!

Nog een voorbeeld. Ik krijg soms de kriebels als ik lees over de zorg die steeds minder wordt en de noodzaak om toch vooral een actief en hulpbiedend netwerk te hebben. Klinkt logisch, gezien de stijgende zorgkosten en het gedachtegoed  dat we allemaal mee moeten doen. Maar stel dat ik helemaal geen zin heb om zo’n netwerk op te bouwen? Of stel dat ik zo oud word dat dat het netwerk er niet meer is? Wil ik dan afhankelijk worden van de hulp van buren of verre neefjes en nichtjes? Liever niet.

En dan kijk ik naar mijn buurvrouw Anneke (90), die nog zelfstandig woont maar voor vervoer afhankelijk is van anderen. Alle aangeboden hulp van buren en familieleden om te rijden heeft ze vriendelijk doch zeer beslist afgeslagen: ze wil niet afhankelijk zijn. Als ze vervoer nodig heeft, bestelt ze gewoon een taxi. Ze heeft geld genoeg om die te betalen en het geeft haar een gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid.

Wil ik dat later ook? Ik denk het wel. Gewoon alles zelf inkopen. Dat kost een paar centen, maar dan heb je ook wat: je vrijheid en onafhankelijkheid. Ik realiseer me wel dat ik flink zal moeten sparen om vrij en onafhankelijk te kunnen blijven. En dat dat voor lang niet iedereen is weggelegd.

Spaarzin om op je oude dag niet afhankelijk te hoeven zijn van anderen. Ook dat  heeft de participatiesamenleving bereikt.

Wil Verschoor, manager Programma Participatie en actief burgerschap bij Movisie

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.