Lees
Tot slot merkte ze op dat niemand meer op het traditionele welzijnswerk zit te wachten. Ik ben daarna nog wat sites gaan bekijken zoals de participatieportal en sociale vraagstukken.
Los van regeer-en collegeakkoorden ben ik van mening dat het welzijnswerk zich nadrukkelijker op participatie moet richten. Al jaren geleden opperde ik dat het welzijnswerk moet stoppen met het organiseren van sociaal culturele activiteiten. We moeten burgers ondersteunen die activiteiten zelf te ontplooien.
Op individueel niveau moeten we ons veel meer richten op de sociaal, maatschappelijke én economische positie van onze klanten. We moeten de burger in zijn/haar kracht zetten. Met het vitaliseren van die klant, dragen we bij aan het vitaliseren van de samenleving. Dat is wel een lange weg te gaan. Een weg waarbij het welzijnswerk slechts een klein onderdeel is van die cultuur- en mentaliteitsverandering in dit land.
Op sites lees ik uitbundige voorbeelden van geslaagde burgerparticipatie. Dorpen en steden waar burgers zelf wel uitmaken hoe zij openbare ruimte willen inrichten. Maar dat is niets nieuws. Dat zagen we al volop in de jaren 70 en 80 en vervolgens sterk afkalven in de daarop volgende jaren. Dat had onder meer te maken met de individualisering, marktdenken en overheden die in toenemende mate burgers zeurders vonden.
Ik ben geen wetenschapper maar de huidige afstand tussen burgers en politiek is in die zin niet toevallig. Daar zullen eerst de nodige herstelwerkzaamheden moeten plaats vinden. Dat doet men door maatregelen te nemen (lees bezuinigingen) waarbij de burger meer het heft in eigen handen moet nemen. Ook de zorg voor elkaar (afbouw pgb, deel bijzonder onderwijs, sociale werkplaatsen) staat hoog in het vaandel van het participatie denken. Overigens gebeurt dit al op grote schaal. Denk aan buddy’s, mantelzorg, Hospices, sportverenigingen om maar wat te noemen.
Voor alle duidelijkheid: ik ben 100 procent voorstander van de participatiesamenleving. Sterker nog, ik smacht er naar omdat ik mij soms afvraag of wij wel een ‘samenleving’ hebben, gezien de enorme tegenstellingen.
Nogmaals de omslag naar een participatiesamenleving is een zeer langdurig proces. Een proces waarbij alle Nederlanders betrokken zijn. We moeten en kunnen dat alleen maar met elkaar doen. Ook hier, en ik heb het in mijn vorige blog al genoemd, is het begrip ‘aandacht’ basisvoorwaarde. Maar ook begrip, respect voor je medeburger, geen vooroordelen en openheid. Binnen het welzijnswerk kernbegrippen om een geslaagde bijdrage te leveren aan die participatiesamenleving. Maar die begrippen vormen nu precies de achilleshiel in de huidige politiek denken. En daarom wantrouw ik het.
Dik Hooimeijer (1954) is binnen Stichting MOOI, een welzijnsorganisatie in Den Haag en Zoetermeer, onder meer verantwoordelijk voor Marketing, Innovatie en Projecten. Sinds 1975 is hij werkzaam in de welzijnssector. Hij noemt zichzelf een absoluut welzijnsdier, maar is ook een oprecht criticaster. Naar zijn oordeel is welzijn te weinig innovatief en speelt het niet in op de tijdgeest.
Ja, en dan te weten dat vele regeringen gezorgd hebben dat we van een redelijk stabiele participatiesamenleving een welvaartssamenleving gebrouwen hebben(met welvaart en toch weinig welzijn) die uiteindelijk niet houdbaar bleek. En ja de weg terug naar een civil society is lang met al die toh een beetje verwende mensen.Het zal niet eenvoudig zijn voor de jongeren, de meeste boven 70-jarigen weten heel goed wat het is de tering naar de nering te zetten.