Hoewel werkgever, werknemers, onderwijs en de ontwikkelaars van het advies aan de minister het roerend oneens met elkaar kunnen zijn, stond één ding voorop: we moeten in Nederland zorgen dat de patiënt de beste zorg krijgt. Het is echter de vraag in welke omvang je welke deskundigheid moet inzetten.
Cijfers over de bevolkingsgroei, veranderingen in het zorglandschap en arbeidsmarkt wisselen nogal eens. NU’91 roept het werkveld dus op om goed in kaart te brengen hoe en waar mbo en hbo opgeleide verpleegkundigen ingezet moeten worden. Eigenlijk de gewone functiedifferentiatie waar NU’91 al jaren voor pleit.
Het kan dus al zonder de hele opleidings- of beroepenstructuur om te gooien. Schoorvoetend werd door de NVZ bekend dat functiedifferentiatie inderdaad niet uit de verf komt. Het antwoord op de vraag van NU’91 wat er dan met die 180.000 mbo opgeleide verpleegkundigen gaat gebeuren, bleef uit. Het generale pardon dat ik bepleitte werd vertaald naar “titelbescherming”. Daarmee voorkom je natuurlijk niet dat de inhoud van je vak in de praktijk verandert.
Het aardige van een paneldiscussie is vooral de input uit de zaal, van degenen waar het om gaat. Moedige reacties van een hbo’er die toegaf in de praktijk weleens met twee linker handen te hebben gestaan; met veel kennis, dat wel. En kritische vragen van de mbo’ers over wat er van hun professie overblijft?
Een combinatie en een goed evenwicht tussen mbo’ers en hbo’ers lijkt mij het meest waardevol. Praktisch handelen en kennis hand in hand of zo je wilt zij aan zij, rondom die patiënt. We konden er nog uren over doorpraten en dat doet NU’91 natuurlijk ook op vele andere plaatsen. Ik ben echter ook wel heel benieuwd naar de reactie van de minister op de brief die NU’91 hierover aan haar schreef.