De praktijk voorop. Dat klink simpel, maar is niet altijd gemakkelijk te verwezenlijken. Een belangrijke reden hiervoor is dat het primaire proces, de dagelijkse hulpverlening, altijd vóór gaat.
Het is de vraag of of de inbreng van uitvoerend medewerkers wel voldoende op waarde wordt geschat. Onderzoek laat zien dat het inzetten van derden een effectieve organisatorische strategie is bij praktijkontwikkeling in de zorg. Het bevordert dat er expliciet tijd en ruimte beschikbaar is voor zo’n ontwikkeling. Dat was reden om het project ‘De praktijk voorop’ te starten, met behulp van en ten gunste van de jeugdzorgpraktijk. Dit project is mogelijk dankzij een financiële bijdrage van de Provincie Noord-Brabant.
In het project wordt nauw samengewerkt met de Brabantse organisatie De Combinatie Jeugdzorg. Uiteraard is de praktijk het vertrekpunt: het concreet handelen van uitvoerend hulpverleners. Het gaat erom de informatie en kennis die in hun hoofden zit, te concretiseren, gerelateerd aan de visie van de organisatie. Vanuit die visie – ‘Wonen doe je thuis’ – willen zij bereiken dat kinderen in een gezin opgroeien, in een veilige omgeving, en dat ze een netwerk hebben waarop ze kunnen terugvallen.
Bij het project zijn we in gesprek met behandelcoördinatoren en hulpverleners van de diverse zorgvormen: daghulp, dag- en nachthulp, ambulante hulp, pleegzorg en acute zorg. Leidraad voor deze gesprekken is de visie ‘Wonen doe je thuis’ en achterliggende theorieën. De handelswijze, houding en vaardigheden van medewerkers worden expliciet gemaakt in een beschrijving. Deze biedt hen steviger aanknopingspunten voor het handelen in de dagelijkse praktijk en brengt meer uniformiteit in hun handelen. Daarnaast gebruikt De Combinatie Jeugdzorg de beschrijvingen voor het inwerken van nieuwe medewerkers en voor werkbegeleiding.
Succesvolle praktijkontwikkeling valt of staat met de betrokkenheid van uitvoerend medewerkers. In deze aanpak staat hún werk centraal. Medewerkers vinden het zinvol en inspirerend om bewust bezig te zijn met het eigen handelen en om hierover met collega’s van gedachten te wisselen. Deze uitwisseling verbreedt ook hun perspectief. Het is goed en belangrijk om bij praktijkontwikkelingen de ervaringen van uitvoerend werkers veel meer te benutten. Zij staan namelijk het dichtst bij de leefwereld van de jeugdige en hun ouders en gaan in hun handelen zoveel mogelijk uit van de kunst van het normale.
Wieteke de Vries (1982) is adviseur bij K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken. K2 versterkt het jeugdbeleid van overheden, het werk van jeugdvoorzieningen en de kracht van ouders en de jeugd zelf. Wieteke houdt zich onder andere bezig met vraagstukken in de jeugdzorgsector en is actief op de thema’s pleegzorg en praktijkontwikkeling.