Gevolg van de eigen verantwoordelijkheid van inburgeraars is dat nog slechts tien procent van de doelgroep komt opdagen bij een inburgeringstraject. Door de aanbesteding raakten gevestigde aanbieders, zoals de regionale opleidingscentra, ernstig in de problemen en moesten soms grote aantallen docenten ontslaan. Van de beoogde 60.000 trajecten begonnen slechts zo’n 10.000 inburgeraars in 2007 aan een cursus. Volgens Verdonks opvolger Ella Vogelaar liepen de aanbieders hierdoor een verlies op van € 45 mil-joen. Daarvan wilde ze € 15 miljoen verhalen op de vier grote gemeenten.
Gemeenten van hun kant stellen dat de minister de rekening niet hun richting op moet sturen. Zo stelde de Haagse wethouder Rabin Baldewsingh tijdens de conferentie ‘Nationaal Platform Inburgering’: ‘Dat de massa aan inburgeringstrajecten in 2007 niet is gehaald, was niet onze verantwoordelijkheid. In 2008 kregen wij de regie weer terug en hebben we ons stin-kende best gedaan om inburgeraars te bereiken via buurtcentra, zelforganisaties en het onderwijs.
Als Eberhard van der Laan, de minister van Integratie, dan zegt dat we laks zijn geweest, doet dat pijn.’
Vogelaar wilde de mislukking van de Wet Inburgering repareren door het Deltaplan Inburgering. Opvallende onderdelen in dit plan zijn het herstel van de regie door gemeenten en de invoering van een duaal systeem in de inburgering. Dit betekent dat inburgeraars niet alleen de taal moeten leren maar de kennis ook in praktijk moeten brengen via stage, baan of vrijwilligerswerk.
Intussen gaat in januari 2009 de volgende stelselwijzi-ging van start: het nieuwe participatiefonds, waarin de budgetten voor re-integratie, volwasseneneducatie en inburgering worden gebundeld. Kortom: de beleidsdrukte rondom een van de grootste maatschappelijke problemen is nog lang niet voorbij. Intussen staan de betrokken partijen nog verbijsterd te kijken naar de rokende puinhopen die Rita heeft achtergelaten.