Niet voor niets ook de titel van het boek waarin Sjef de Vries de kracht van het maatschappelijk werk beschrijft. We doen datgene waarvan we merken dat het het beste werkt voor deze doelgroep, in deze instelling, bij deze problemen, in deze buurt. Maar, wat werkt, noemen we al nauwelijks meer ‘wat werkt’, maar liever: evidence based of best practice. Termen dus die feitelijk weinig anders kunnen betekenen dan ‘doen wat werk’, maar op de een of andere manier meer aanzien over zich afroepen.
De vlucht die vooral het evidence based-fenomeen genomen heeft, krijg ik nog steeds niet geduid. Je voert een praktijk uit die blijkbaar op bewijs stoelt of op de meest bruikbare informatie die voorhanden is, maar wat is daar zo revolutionair aan? Of nog daaraan voorafgaand: welke waarde kan aangetoond worden met dat ‘bewijs’ als het gaat om het werken met mensen? Zitten in dat werk niet juist onvoorspelbare invloeden vanwege emoties en gedrag van de mensen om wie het gaat, zowel van cliënt als hulpverlener? (Tevens dus de eigenschappen van dit werk die maken dat een veelgebezigde term als ‘productie’ zo misstaat in dit veld.)
Wat gedragen wordt door een wetenschappelijke basis moet zonder afwijking herhaald kunnen worden. Voor zover psychische en praktische problemen al in objectieve termen te vertalen zijn, blijkt toch steeds dat de weg naar verlichting ervan in elk geval mede afhangt van de persoon die met deze problemen kampt, alsmede van de match met de hulpverlener en zal er dus steeds anders uit zien.
Van het werken met mensen is geen wetenschap te maken. Dat hoeft ook niet. Veel dingen weten we immers inderdaad al; door onze ervaring. In die ervaring zit ook het kunnen aanvoelen van mensen, van situaties, van kansen, maar ook van belemmeringen. Daardoor weten we wat meestal werkt. We weten wat meestal werkt voor deze doelgroep, in deze instelling, bij deze problemen, in deze buurt. En dat alles werkt niet voor net een andere doelgroep, maar wel in deze instelling, bij een iets ander probleem, maar wel weer in deze buurt. In evidence based-termen zijn daar waarschijnlijk weer andere evidence based-praktijken voor.
Maar waarom ik het enthousiasme rondom het evidence basen vooral niet kan thuisbrengen: waarom zou je überhaupt iets doen wat niet werkt? Welk verschil moet aangetoond worden? De instelling die adverteert onder de noemer ‘Wij voeren hier een bewezen niet-werkende praktijk uit’ moet bij mijn weten nog opgericht worden. Dat dat geen vertrouwen wekt, spreekt toch net zoveel voor zich als gewoon doen wat werkt.
Astrid Bosman (1973) is maatschappelijk werker en sociologe. Zij is onder meer werkzaam geweest in de jeugdhulpverlening en de dak- en thuislozenopvang. Nu is ze namens een instelling voor Algemeen Maatschappelijk Werk actief in een OGGZ-team. Astrid heeft Vooral affiniteit met OGGZ-doelgroep en de beleidsvraagstukken rondom de organisatie van zorgprocessen en logisch handelen.
Helemaal met je eens!
Of wat dacht je van: “we moeten beter samenwerken. Laten we afspreken dat we dat gaan doen”. En dit echt serieus bedoelen als de oplossing.