Overigens zijn ze vaak ontzettend blij en verrast dat ze die vraag aan mij – Turks, jong, hoogopgeleid, vrouw – kunnen stellen. Ogen gaan verwachtingsvol twinkelen en enthousiast vertelt men wat en wie men zoekt. Met ‘ze’ bedoelen mijn gesprekspartners dat ze
a. vrijwilligers (jongeren/ouderen) en
b. allochtonen (vrouwen, jongeren en ouderen) niet kunnen vinden.
Ik luister dan begripvol en vraag hen wat ze tot nu toe geprobeerd hebben. Dit varieert van:
– “we hebben brieven/folders gestuurd”
– “we hebben een informatiebijeenkomst georganiseerd”
Helaas levert dat niets of weinig op, zeggen ze. Tja…… Het komt erop neer dat ze mij vragen of ik niet een blik Turken, een blik jonge vrijwilligers een blik van wat ze zoeken dus, kan opentrekken.
In het begin stopte ik al deze zorgen van al deze belangrijke mensen in mijn plunjezak. Na iedere conferentie, borrel, netwerkbijeenkomst werd mijn plunjezak voller en voller. Maar ik heb de plunjezak in de voorraadkast gestopt en heb voor een andere strategie gekozen. Ik vertel ze hoe ze zelf zo’n blik kunnen gaan vullen.
Ik denk namelijk dat (allochtone) vrijwilligers heel goed te vinden zijn. Je moet wéten wie je zoekt en je verdiepen in de doelgroep. Zo ontdek je hoe zij te benaderen zijn. Een brief versturen en afwachten is niet genoeg. Ik kan vanuit mijn werk geen tovermiddel geven of mijn netwerk blijven belasten. De oplossing is jezelf verdiepen in de wensen van de potentiële vrijwilliger. Vrijwilligers vinden is marketing. Zorg ervoor dat vraag en aanbod goed op elkaar aansluiten. Ik en mijn collega’s willen uiteraard daarbij helpen en adviseren, maar wij gaan ze niet actief zoeken. Wil je verjonging, verkleuring of verfrissing, dan is het motto: zoekt en gij zult vinden!
Ik hoop dat mensen mij nu niet meer vragen Turkse deelnemers voor ze te zoeken. U kunt ze zelf ook vinden. Echt waar. Het opbouwen van een netwerk kost bloed, zweet en tranen. Ik koester mijn netwerk. Wat overigens helemaal niet alleen een Turks netwerk is. Iedere zichzelf respecterende professional moet een relevant netwerk opbouwen en ophouden met klakkeloos consumeren bij mensen die dat netwerk wel hebben.
In mijn werk moet ik ook vaak moeilijk bereikbare groepen vinden. Zo ook voor een project voor en door ouderen. Ik deel graag met u hoe we dat hebben aangepakt. Oudere (migranten) vrijwilligers schijnen in Den Haag moeilijk te vinden zijn. Daarom hebben wij het project Gouden Jaren ontwikkeld. In 3 jaar worden senioren (ook migranten) opgeleid om hun talenten te (her)ontdekken en daarna zelf als trainer groepen te trainen voor bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Via www.fondsenvoorouderen.nl hebben we hiervoor fondsen ontvangen.
Wij hebben via ons netwerk van migranten zelforganisaties en ouderenorganisaties (dat met veel tijd en aandacht is opgebouwd) voor onze eerste training 13 senioren (waarvan 1 autochtoon) bereikt. Dit is mede het gevolg van actieve voorlichtingsactiviteiten. In onze tweede en derde training was de diversiteit minder. Tijd voor ons om weer extra inzet te plegen om deze diversiteit onder de cursisten te bereiken. Waar een wil is, is een weg, maar je moet er wel wat voor doen.
Fatos Ipek-Demir (1970) is manager Burgerschap bij HOF, Promotie Haags Vrijwilligerswerk. Ze is afgestudeerd aan de Hogere Europese Beroepen Opleiding (Haagse Hogeschool) en heeft onder meer 7,5 jaar als (senior) beleidsmedewerker gewerkt bij E-Quality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit. Fatos maakt zich als professional en als burger druk om mensen die aan de zijkant van de samenleving worden geduwd of die ervoor kiezen om aan de zijkant te (blijven) staan. Naast inhoudelijke kennis van zaken heeft ze veel aan haar Grieks-Turkse-Brabants-Haagse achtergrond.