De vorige keer blogde Marcel over het speciaal onderwijs >>
In Almere en omgeving zijn voor kinderen met een lichamelijke beperking die in een elektrische rolstoel zitten weinig stageplekken. Het is meerledig. Of er is een gebrek aan een fatsoenlijk invalidentoilet of er is geen verschoningruimte. Of het feit dat bedrijfsgebouwen geen lift hebben. Dan heb ik het over gebouwen met één of twee verdiepingen. De stageplek van onze dochter is bijvoorbeeld zo’n onbereikbare plek. Oplossing: een bouwlift.
Ja, zo een met een plank die omhoog wordt getild door een soort heftruckmechanisme. Zo kan ze van de begane vloer naar de eerste verdieping. Veilig? Niet echt. Daarom sta wij als ouders altijd met haar op de lift, zodat ze niet opeens haar rolstoel aanzet en een verdieping naar beneden dondert. Waarom ga je als ouder akkoord met zo’n voorziening? Gewoon, omdat je je dochter een normale stage gunt. En niet, zoals voorgesteld door de school, de hele dag broodkruimelen voor geiten en schapen.
Aanstaande woensdag is het debat over het VN-verdrag van rechten van mensen met een beperking en wordt in de weken daarna het verdrag geratificeerd. Eens en voor al zullen bedrijven, organisaties en wij allen rekening horen te houden met mensen met een beperking. De volgende stap is dat veel wetten in Nederland moeten worden aangepast, zodat de maatschappij mensen met een beperking eindelijk met open armen ontvangt. En daarmee niet alleen de fysieke drempels laat verdwijnen, maar ook de mentale drempels.
Behandel mensen met een beperking gewoon als mensen zonder beperking. Maak het voor hen mogelijk om volledig deel te kunnen nemen in onze maatschappij. Net zoals in Amerika dat al jaren geleden is gedaan. Elke horecagelegenheid is daar rolstoeltoegankelijk. Hoe dat kan? Omdat daar het in de wet is vastgelegd. Waarom dat in Nederland nog niet is gebeurd? Omdat het geld kost om rekening te houden met mensen met een beperking en omdat mensen met een handicap daarom erg lastig zijn.