Lees hier meer blogs van Eric Dorscheidt >>
In de krant stond het deze week heel helder: ‘Naar verwachting zal het UWV grotendeels verdwijnen. Een groot deel van de 21.000 mensen komt op straat. De taken worden lokaal uitgevoerd. De WW-uitkering wordt bekort tot een jaar.’ Als dat een voorbode voor de rest – AWBZ, Wmo, welzijn – is, dan is de vraag wat dat betekent voor de dienstverlening aan burgers in gemeenten.
Zomaar ineens komt de opheffing van het UWV wel erg dichtbij! Is dit een duidelijke opmaat naar de, door meer partijen, gewenste ‘regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt’? Wordt de weg vrijgemaakt om nu eindelijk de schotten tussen de verschillende uitkerende instanties te slechten en echt te kijken naar ‘de klant’? We zeggen allemaal wel dat we de klant, de burger zo belangrijk vinden. Maar desondanks laten we ons steeds leiden door institutionele belangen.
Gaat dat beter als alleen de gemeente nog aan zet is? Kijken we dan wel naar wat de klant nodig heeft? De uitvoeringskosten zullen vast omlaag gaan. Daar ben ik van overtuigd. Mensen hoeven niet meer van het kastje naar de muur. Er is één adres om aan te kloppen. Kan iedereen op dat ene adres dan goede dienstverlening bieden?
Ook al is er maar één regeling, iedere burger blijft toch met zijn eigen problemen aankloppen. De een komt voor werk, de ander heeft schulden, een derde behoefte aan een taalcursus en weer een ander heeft tijdelijk hulp nodig bij het runnen van zijn huishouden. Zitten aan dat ene loket de juiste mensen met de juiste middelen om die unieke burger te helpen? Het antwoord zal ontkennend zijn. Ook als de nieuwe regeling door de gemeente zal worden uitgevoerd, is de samenwerking met de ketenpartners nog steeds heel belangrijk. Iedere partij zal zijn eigen expertise, mogelijkheden en het liefst (een deel van) zijn eigen middelen aan de totale keten ter beschikking moeten stellen. Een keten die over de gemeentegrenzen heen reikt. Want het is een illusie om te denken dat 430 gemeenten die nieuwe, ene regeling moeten uitvoeren. Een deel van de dalende uitvoeringskosten moet dan ook voortkomen uit een meer regionale uitvoering.
Ik zie de risico’s alweer levensgroot opdoemen. De komende jaren zijn we met z’n allen vooral erg druk met het afbouwen van het UWV, het opnieuw inrichten van regionale kantoren voor Werk en Inkomen, het aanpassen van werkprocessen en het discussiëren over het delegeren van budgetten. En de klant? Ook met één regeling blijft het de vraag hoe snel gemeenten, welzijnsinstellingen, thuiszorgorganisaties of de sociale werkvoorziening erin slagen om hem weer op weg te helpen.
Eric Dorscheidt (1966) is adviseur en politicoloog. Als adviseur werkt hij voor de lokale overheid bij BMC-groep op het gebied van participatie, sociale zekerheid en welzijn. Daarnaast is hij lid van de Raad van Toezicht van Combiwel Amsterdam. In de avonduren is hij actief als voorzitter van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van het openbaar basisonderwijs in Amstelveen.