De vorige keer blogde Lucie over hoe je kinderen echt kunt helpen >>
De kinderen die daar verbleven vertoonden over het algemeen moeilijk gedrag. Meestal hadden ze eerder in pleeggezinnen gewoond maar waren daar niet te handhaven. Zij vertelde dat, hoeveel weerstand zij ook voelde, ze toch haar best deed elke dag weer iets positiefs te ontdekken in een kind en dit het kind te laten weten. Het ontroerde mij, want ik weet dat ik ook één van die kinderen had kunnen zijn.
Tijdens het schrijven van het boek De Woonschool (een boek over mijn jeugd), heeft de auteur Christel Jansen veel mensen geïnterviewd die op de een of andere wijze betrokken waren bij mijn jeugd. Soms vergezelde ik haar, bijvoorbeeld bij het bezoek aan een meester van mijn basisschool. Hij kon zich nog veel herinneren en wist te vertellen dat ik een nogal teruggetrokken kind was, een beetje stilletjes. Ik was nogal verbaasd over deze visie. Niet dat ik erg aanwezig of druk was, maar teruggetrokken of stilletjes past in het geheel niet bij mij.
Vertrouwend op zijn weerspiegeling vermoed ik dat ik toch deze kant heb laten zien. Het is namelijk heel plausibel. Ik werd gepest en voelde me hoe dan ook niet geaccepteerd. Dus het kan heel goed zijn dat ik niet veel heb laten zien van mezelf en probeerde onopvallend te zijn om maar niet gekwetst te worden. Wat een gemiste kans van deze meester dat hij daar niet doorheen heeft geprikt en nooit mijn echte persoonlijkheid heeft gezien.
Discussie
Vind jij het soms moeilijk om bij een kind met probleemgedrag de positieve eigenschappen te kunnen zien? Wat doen je dan? Deel je ervaring via de reageerkop
Een ander voorbeeld is een gesprek met het hoofd van het buurthuis. In dit buurthuis bracht ik, net als iedereen bij ons in de wijk, veel tijd door. Zij zei mij: ‘Ja maar Lucie, je was eigenlijk helemaal geen leuk kind…’. Ze bedoelde dat ik veel kattenkwaad uithaalde en wellicht ook brutaal was. Deze boodschap was een klap in mijn gezicht. Dat ik me misdragen heb, staat buiten kijf. Ik ben inmiddels volwassen, maar één ding is er niet veranderd: mijn persoonlijkheid.
In mij huist een sterk sociaal hart en de nimmer aflatende wens in harmonie te leven binnen al mijn menselijke relaties. Hoe ik me ook gedragen heb destijds, hoe sommige volwassenen mij terugkijkend zien, staat haaks op wie ik ben. Ik was een kind en mijn gedrag was een schreeuw om gezien te worden. Ik heb dit gedrag niet bewust gekozen. Het was een poging bewonderd te worden, al was het maar door leeftijdgenoten. In mijn omstandigheden was dat duidelijk eenvoudiger dan échte aandacht krijgen van volwassenen.
Beide voorbeelden geven aan hoe gemakkelijk het is om als hulpverlener alleen maar naar de buitenkant van een kind te kijken. De schaarse momenten in mijn jeugd waarbij volwassenen wél echte aandacht aan mij schonken zijn mij tot op de dag van vandaag zeer dierbaar. Jammer genoeg was dit een zeldzaamheid in mijn jeugd maar ik koester ze en gebruik ze vaak in workshops of lezingen als voorbeelden over hoe belangrijk het is om gezien te worden.
Ik wil een lans breken voor ogenschijnlijk lastige kinderen, of juist stille kinderen: doe moeite om over je weerstand heen te stappen, probeer er achter te komen of wat je ziet wel werkelijk is. Breng die kinderen een beetje geluk door ze écht te zien.