De vorige keer blogde Marcel over de toegankelijkheid van de samenleving >>
Met moeite heeft ze een halve dag besteed om een mooie uitnodiging in elkaar te plakken. Die heb ik voor haar gescand en in dertigvoud geprint. Behalve een lief klasgenootje van haar vorige school, kwam er niemand behalve haar neef en nicht, een halve oom en tante.
Daar zaten we dan met taart, cake, hartige hapjes (zelfgemaakt) en 30 vrijkaartjes voor een museum.
Dat is wrang om te zien als vader. Ik durfde er toen niet over te schrijven. Het lijkt zo zielig. Het nare gevoel blijft. Dat is ook de angst voor haar toekomst. De ‘kring’ van vrienden die ze zo hard nodig heeft, is er niet en zal waarschijnlijk nooit komen. Ik schreef zojuist met haar in haar roman. Het boek komt over twee jaar uit.
Ik hou van schrijven, niet alleen op de computer, maar echt schrijven met een pen, het is een lekker gevoel met een pen over het papier gaan, die beweging maken, naar boven en naar onderen. Mijn vader zegt dat ik voor een ‘spast’ goede hoofd-hand-coördinatie heb, maar daar gaat het nu niet over, het gaan over dingen bedenken en opschrijven, creatief schrijven heet dat, bijvoorbeeld een gedichtje of heel kleine verhaaltjes die ik fantaseer. Eigenlijk fantaseer ik heel veel, papa zei dat een keer hardop, en toen zuchtte hij even, ja ik leef ook een beetje in een fantasiewereld. Kunstenaars vertellen wel eens in een interview dat ze al heel vroeg in hun leven een fantasiewereld maakten voor zichzelf, dus schrijvers ook, en misschien ben ik al een schrijver aan het worden. Misschien is het wel een soort mediteren ook, ik noem dat zelf ‘hummen’. Nou ja, het is gewoon een lekker gevoel waar ik blij van word.
Dus je moet niet denken, omdat ik nou eenmaal niet veel vriendinnetjes heb, zielig hè, maar niet heus, dat ik vlucht in mijn ‘fantasiewereld’, dat zou ik ook doen al had ik wel tien vriendinnetjes. Dan zou ik ook fantaseren, en schrijven, en lekker ‘hummen’.