Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Erwtensoep en geen toetje?

In 2007 was er een conferentie over armoede in Drenthe. De winnares van de voorleeswedstrijd voor jeugd las een verhaal voor. Kees Opmeer, jeugdboekenschrijver, schreef een fictief verhaal. Op de conferentie zat het meisje in een grote mooie stoel en las voor. De zaal viel stil. Dit was dus de manier om beleidsmakers en professionals te doordringen van de realiteit van relatieve armoede bij kinderen!
Erwtensoep en geen toetje?

Daar is het idee geboren een boek te schrijven over kinderen en armoede. In 2007/2008 werkte ik in de redactiegroep mee aan het boek. Vooral kinderen vinden die hun verhaal willen vertellen, blijkt een pittige klus. Bij voedselbanken heb ik veel kinderen rechtstreeks gevraagd.

Wat volgde was ook voor ons een confrontatie. Samen met Kees Opmeer en/of fotografe interviewden we de kinderen thuis in bijzijn van de ouders. Het waren schrijnende situaties; een kind dat haar verjaardag niet kan vieren, niet kan sporten, zich schaamt om mensen thuis uit te nodigen. Het resultaat is het prachtige boek ‘Erwtensoep in augustus’, dat al aan een herdruk toe is. Overweldigende reacties van de pers, de kinderen werden vaak benaderd voor interviews voor kranten en zelfs op tv (Netwerk en het Jeugdjournaal). En ze kregen reacties van bijvoorbeeld de buren: ‘Waarom hebben jullie niet verteld dat je niet kon douchen? Dan had het toch bij ons gekund!’

Maar iets puzzelt mij sindsdien. Als CMO krijg je de kans zo’n project te doen. Supercontact met kinderen en hun ouders. Je hebt echt het idee dat door dit boek het thema armoede heel goed is geland. Zowel bij burgers als beleidsmakers. De geïnterviewde kinderen voelden zich er fijn bij. De uitreiking van het boek in aanwezigheid van Foppe de Haan in het stadion van FC Heerenveen was een feest. De kinderen werden volledig in de watten gelegd en kregen allerlei extraatjes.

Wat mij bezighoudt zijn deze vragen: hoe gaat het met de deelnemers nadat het project is afgerond? Hoe is het nu met ze? Hebben ze er iets aan gehad, behalve erkenning en aandacht? Is er wezenlijk iets veranderd in hun situatie?
Want zo’n project betekent ook een verantwoordelijkheid. Iets waar we ons in deze sector heel erg bewust van moeten zijn. Ik denk nog met regelmaat aan ze, maar ik heb niets – meer – te bieden. Binnen de bestaande projecten zijn geen mogelijkheden om actief met de kinderen bezig te zijn. Zo is het met meer projecten, je zet prachtige zaken op met extra gelden die er zijn, maar wat als het klaar is? Ja natuurlijk, die verantwoordelijkheid ligt dan bij andere partijen die er mee aan de slag moeten.

Maar ik denk: erwtensoep en dan? Waar blijft het toetje? Waar ligt de scheidslijn tussen het voordeel voor deelnemers en het ‘gebruiken’ van hun nadelige positie voor het uitvoeren van de projectopdracht? Ik ben ervoor dat we projecten waarin we individuen vragen deel te nemen, zorgvuldig kiezen, uiterst scherp zijn op beloften en een bepaalde vorm van nazorg opnemen in het projectplan.

Dushenka van Kooten (1969) is adviseur bij STAMM CMO Drenthe en houdt zich voornamelijk bezig met de programma’s vrijwillige inzet en mantelzorg & jeugd.

3 REACTIES

  1. In mijn reactie vergat ik een nul in het aantal thuiswonende kinderen en jongeren die in Nederland in armoede moeten leven, en dat corrigeer ik bij deze: het zijn er zo’n 450.000; in letters: vierhonderdvijftigduizend! De politiek, de ambtenarij, de energiebedrijven en de wooncooperaties moesten zich echt eens gaan schamen! Terwijl deze arme jeugd vanzelfsprekend een moeilijke, problematische jeugd heeft, praat de politiek maar wat, en voeren de ambtenaren onmenselijk beleid uit, sluiten bedrijven energie af, stuurt men er deurwaarders op af, en allemaal om dat verdomde geld! Als je in land arm bent, dan word je slecht behandeld, dan ben je een tweede-rangs burger. Schan-da-lig!

  2. Lees alle reacties
  3. In ieder geval is met het boek ‘Erwtensoep in augustus’ de armoede van zo’n 45.000 thuiswonende kinderen en jongeren uit de anonimiteit gehaald, is het persoonlijk geworden, een gezicht gegeven, want deverhalen zijn van een hartverscheurende heldhaftigheid, ook wat de meeste, op de achtergrond in het boek, maar zeer aanwezige ouders betreft. Oneindig veel lof voor dit boek! Het is het belangrijkste boek dat de laatste jaren in de Nederlandse taal verscheen! Lof vooral aan de kinderen en hun ouders, Kees en Marieke Opmeer, en aan alle anderen die dit boek tot stand heb weten te brengen. En het is een mooi boek ook!

  4. Mij uit het hart gegrepen, Dushenka jouw reactie. Nazorg aan ‘hoofdrolspelers’in sociale en zorgprojecten moet standaard opgenomen worden. Op zijn minst in de vorm van aandacht en betrokkenheid en bijv. bij financieel zwakke situaties in de vorm van een ‘fondsenpot’. Ik moest hier gister sterk aandenken bij de Volkskrant foto van terugkeer van de hoofdrolspelers van Slumdog millionair naar hun krotenwijk. Hoe vergaat het deze kinderen na hun ervaring op de filmset en het kennisgemaakt hebben met een totaal andere (rijke) wereld weer thuis? Een thema voor CMO’s, kennisorganisaties Zorg en Welzijn en adviesbureau’s op dit vlak, misschien iets in kader van MBO!
    Groet van Els

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.