Hoe zit dat precies? Stel, een gemeente heeft een heel goed vrijwilligersbeleid. Ze ondersteunt de vrijwilligers via welzijnswerkers, ze legt verbindingen tussen vrijwilligers en professionals in de wijken (zoals met de wijkverpleegkundige). Vrijwilligers gaan op huisbezoek, zorgen ervoor dat ouderen weer onder de mensen komen, regelen een boodschappenplus bus, noem maar op. Dan mag je ervan uitgaan dat meer mensen blijven meedoen, zich thuis voelen in hun buurt en dat bijvoorbeeld minder mensen vereenzamen.
Mensen die zich prettig voelen, maken minder gebruik van zorg. Ze komen minder vaak bij de huisarts. Mensen die zo blijven meedoen, komen aanmerkelijk later in intensieve zorg (zoals verpleeghuizen) terecht. Zo is het waarschijnlijk, dat mensen ook minder Wmo gefinancierde zorg nodig hebben.
Maar, de financieringssystematiek van de Wmo leidt er vervolgens toe, dat het geld dat gemeenten overhouden op het zorgdeel van de Wmo, een jaar later in mindering wordt gebracht op het totale budget dat er voor alle gemeenten beschikbaar is. Het eerste Wmo-jaar hielden gemeenten 130 miljoen over, het tweede jaar 250 miljoen. Dat geld heeft het rijk bij de gemeenten gelaten, maar ze had het ook terug kunnen vragen.
Zo kan het dus gebeuren, dat wanneer gemeenten in de welzijnskant van de Wmo prima werk verrichten en dat daarmee het zorggebruik terug dringen, dat dit uiteindelijk leidt tot een neerwaartse spiraal in de beschikbare budgetten. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van goed gedrag in de Wmo!
Agnes Wolbert is Kamerlid voor de Partij van de Arbeid sinds
2006. Ze is van huis uit gedragswetenschapper en heeft ook
bedrijfskunde gestudeerd. Voordat ze volksvertegenwoordiger werd,
werkte ze in het (speciaal) onderwijs en de jeugdzorg. Agnes Wolbert is
lid van de vaste Kamercommissies VWS, WWI en Jeugdzorg. Ze is nu
woordvoerder AWBZ, Wmo en ouderenbeleid en heeft veel te maken met
verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg, vrijwilligersorganisaties en
bijvoorbeeld mantelzorg.
Beste Agnes,
Dan is het de hoogste tijd hier iets aan te doen! Veel succes.
Hartelijke groet,
Anneke Krakers