Zelf kwam ik onder andere weer een boekje tegen uit de Verenigde Staten: The City. Het is geschreven in 1923 door een team van wetenschappers uit de Chicago School (sociologie). Het blijft naar mijn mening een aansprekend werkje, omdat de gevallen die zij beschrijven nog altijd actueel zijn, maar ook omdat veel actuele participatiemethoden in Nederland gebaseerd zijn op de aanpak van de Chicago School.
De school van sociologen gaat voor de interpretatie van de werkelijkheid uit van ervaringen die bewoners in steden zelf hebben. Als bijvoorbeeld opbouwwerkers nieuwe initiatieven willen ontplooien zouden zij niet moeten uitgaan van normen, maar van belevingen. Dat is naar mijn mening erg interessant. Een mooi voorbeeld uit het boek The City is de wijk Harlem (New York) en hoe deze wijk is veranderd in de voorbije decennia.
Eerst woonden in Harlem Nederlanders, toen Ieren, toen Joden en sinds in ieder geval de jaren ’20 van de vorige eeuw zwarten (zoals genoemd door de schrijvers). Harlem is sinds lange tijd een wijk die wordt gezien als achterstandswijk in de beleving van beleidsmakers. In de beleving van de bewoners en bezoekers is Harlem echter een avontuur dat eindeloos is. Creativiteit staat centraal in Harlem en de sociale cohesie is hoog te noemen.
Op een studiemiddag in Deventer kwam ik hetzelfde onderwerp tegen. Met als thema gemengde buurten werd de vraag gesteld: als mengen de oplossing is, wat was dan het probleem. Het probleem was achterstanden en gebrek aan sociale cohesie. Gemengd wonen zou moeten leiden tot bestrijden van achterstanden en bevordering van sociale cohesie. Lager opgeleiden worden ondersteund door hoger opgeleiden en allochtonen trekken zich op aan de autochtonen. Gemeenten en corporaties hebben het als speerpunt opgevoerd.
De onderzoeker op de studiemiddag concludeerde op basis van zijn onderzoeken dat nergens bewijs kon worden gevonden voor het succes van deze aanpak. Wat volgens hem sterk bepalend is voor verbetering of verslechtering van achterstanden en sociale cohesie in buurten is de beleving (emotie) in buurten en wijken. Dat staat haaks op de formele beleving van gemeenten, corporaties en projectontwikkelaars (ratio). Wonen is emotie en beleid maken is ratio. Gemengde buurten zijn niet te maken, gemengde buurten ontstaan omdat bewoners dat willen. Die wordt dus door ons meegenomen op weg naar een nieuwe participatiemethode.
Jillis Kors, (Groningen, 1974) heeft na de opleidingen Cultureel Maatschappelijke Vorming en Sociologie in diverse steden in Nederland opbouwwerk en burgerparticipatie projecten ontwikkeld en uitgevoerd. Sinds oktober 2008 is hij opbouwwerker in Zwolle.