Toen ik in 1993 in Oss in het jongerenwerk begon, besefte ik al snel dat bedreigingen en de kans op mishandeling inherent aan het jongerenwerk waren. Een trieste constatering, maar de leuke kanten van het vak wogen en wegen zwaarder. Ik ben vaak bedreigd en een paar keer aangevallen. Vervelender wordt het als je familie onderdeel wordt van de situatie.
Een keer, terwijl ik met mijn dochter van 3 jaar in een winkel stond, ben ik geschopt door een boze bezoeker van het jongerencentrum. Ik heb aangifte gedaan en ben blijven werken, maar een tijdje niet meer met familie naar de stad gegaan. De reden dat ik af en toe conflicten had, was dat jongeren bij mij vrijheid kregen, maar zich wel aan de huisregels en de regels die in de samenleving gelden moesten houden. Het jongerencentrum was voor mij geen enclave waar andere regels golden en het inschakelen van de politie was voor mij geen taboe. In die tijd was dat overigens binnen het jongerenwerk nog wel het geval. En het taboe is nog steeds niet overal verdwenen.
In Rotterdam was het allemaal nog een stuk heftiger. Verschillende keren ben ik bedreigd. Tevens ben ik getuige geweest hoe een collega jongerenwerker flinke klappen kreeg. Twee managers en drie jongerenwerkers, waar ik er één van was, hebben het gezien. De jongerenwerkers hebben aangifte gedaan, de managers durfden het niet aan. Dat is een moment om te vertrekken. Het werk is zwaar en gesteund worden door leidinggevenden is van essentieel belang.
Bij een andere werkgever had ik de taak het jongerenwerk in twee buurthuizen te ontmantelen, omdat criminele groepen de regie over hadden genomen. Gevolg: bedreigingen en een nachtelijk bezoek waarbij een raam van mijn woning kapot is gegooid. Ook dat hebben mijn kinderen meegekregen. Belangrijk voor mij was de steun van directie, politie, stadsmarinier en gemeente. We vormden een front en samen hebben we de klus volbracht.
Wat het meeste impact op mij had waren conflicten met jongeren in buurthuizen als het buiten donker was. Als er verder niemand in de buurt was. Als het heel dreigend werd en ik een kwartier op de politie moest wachten. Die 15 minuten leken wel uren. Ondanks dat ik meestal rustig bleef, was ik daarna helemaal op. Nog dagelijks hebben jongerenwerkers in het land te maken met dit soort situaties. Jongerenwerkers die verbaal of met wapens bedreigd en/of mishandeld worden. Dat was ook waar ik meteen aan dacht toen ik hoorde dat de minister bezuinigingen wilde doorvoeren bij de politie. Ik dacht aan die 15 minuten en de mogelijkheid dat het wachten nog wel eens veel langer zou kunnen gaan duren in de toekomst. Aan de mogelijke gevolgen wil ik liever niet denken.
William Miero (1964) houdt zich bezig met advisering, projectontwikkeling en uitvoering op het gebied van Jeugd & Jongerenwerk, Jeugd & Veiligheid en Leefbaarheid. In 1993 is hij als jongerenwerker in Oss begonnen en momenteel actief als zelfstandige met name in de Randstad en midden Nederland. Jeugd is zijn passie en onder het motto ‘vrijheid binnen grenzen, voor jongeren en jongerenwerkers’ is hij voortdurend met collega’s en partners op zoek naar mogelijkheden om jongeren een plek te geven in de samenleving.