In de jeugdsector is handelingsverlegenheid een relevant thema. In veel gevallen is sprake van een door ouders ervaren afhankelijkheidsrelatie. Het gaat om zorg voor kinderen die voor hun ontwikkeling of veiligheid afhankelijk zijn van de inzet van professionals. Overleg en samenwerking met ouders is een belangrijke factor voor een succesvol verloop van de zorg, ongeacht de intensiteit. Ouders zijn partner en mede verantwoordelijk voor keuzes. Tot mijn spijt constateer ik dat ouders als partner onvoldoende gehoord en betrokken worden bij het uitspreken en delen van zorg. Wijst dit op handelingsverlegenheid?
Handelingsverlegenheid komt nauwelijks voor in de literatuur, het onderwijs hanteert de definitie:
Handelingsverlegenheid houdt in dat de professional niet handelt of weet te handelen ondanks dat er zorgen of signalen zijn over de betreffende jeugdige en/of ouders. Handelingsverlegenheid ontstaat uit onvermogen om (nog) adequaat te handelen en komt voort uit aarzelingen bij de professional zelf.
Tijdens mijn trainingen Vroegsignalering spreken professionals regelmatig hun aarzeling uit om het signaal of hun zorg bespreekbaar te maken met ouders. Zij zijn onzeker over de vertrouwensrelatie en weten niet in te schatten hoe ouders de ‘boodschap’ gaan ervaren. Deze professionals denken hun (soms moeizaam opgebouwde) relatie met ouders te schaden. Of ze zijn bang verantwoordelijk gesteld te worden voor ongewenste gevolgen en hebben zorg over aansprakelijkheid of eigen veiligheid. Begrijpelijke, soms oneigenlijke factoren die maken dat de professional niet handelt. Handelingsverlegenheid is echter ook het probleem van de organisatie waar de professional werkt.
Handelingsverlegenheid speelt op verschillende niveaus:
– De professionele competenties van de medewerker: vertrouwen in de eigen competenties, goed kunnen inschatten op ernst en zwaarte, objectiveren en valideren van een signaal;
– De relatie van de professional met ouders en jeugdigen: voldoende vaardigheden om ouders als partner te benaderen, samen aan de slag te gaan en effectief omgaan met weerstand, onmacht of onvoorspelbaar gedrag:
– De steun vanuit de eigen organisatie met beleid en protocol: professionals hebben recht op goede ondersteuning, werkbegeleiding, ruggensteun en bescherming van de organisatie.
Investeren in de organisatie en de professional is daarom nodig. Competentieontwikkeling van de professional zodat deze signalen van ouders en kinderen weet in te schatten en effectief deuren opent om samen aan de slag te gaan. Iemand die met ouders en jeugdigen samenwerkt als partner, in het belang van het kind. Voorwaarde is een organisatie die de professional steunt met een stevig beleid, dat naast aanmoediging en toerusting ook bescherming biedt.
Maudy van der Meer is als trainer en adviseur werkzaam bij K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken. Zij zet zich in voor deskundigheidsbevordering in hulpverlening en opvoedondersteuning. Zij geeft training, intervisie en advies aan staf en management in de kinderopvang, de jeugdgezondheidszorg, bureau jeugdzorg en het maatschappelijk werk.
Het is veel simpeler dan u stelt. De situatie nu is dat wanneer een vermoeden bestaat dat kinderen misschien via externe begeleiding moeten worden bijgestaan, eerst de ouders belaagd worden met het verzoek ten kantore te verschijnen. Ouders hebben geen trek in verplichte oproepen en al helemaal niet wanneer zij het gevoel hebben dat ze ergens van beticht worden. Wel eens stil gestaan bij het feit dat sommige gefrustreerde ex-echtgenoten een melding doen waardoor ineens een procedure wordt opgestart met alle ellende voor de ‘beschuldigde’ ouder vandien? Wanneer in het eerste contact met de ouder ruimte wordt gegeven om eerst bij de ouder thuis te kijken, en direct kennis te maken met de kinderen (waar het uiteindelijk om draait) zal door middel van een prettig gesprek met zowel ouders als kinderen kunnen worden voorkomen dat een wantrouwende stemming ontstaat, welke gebaseerd is op machtsverhoudingen (wij van Jeugdzorg zullen u, ouder, wel even vertellen hoe het moet). Het heeft meer te maken met een slecht begin dan met het verschijnsel in later stadium ‘handelingsverlegenheid’. Een goed begin is het halve werk. Begin met een goed contact richting ouder, door de ouder minder te betuttelen. Voordelen: inschatting ernst situatie is op meer reële basis en het contact met de ouder is minder op machtsverhoudingen gebaseerd. Wannneer partijen willen (…) samenwerken omdat beide in hun waarde worden gelaten, valt het er veel te winnen. In alle andere gevallen zijn er op voorhand al verliezers.
Ik herken het euvel. In die zin heb ik geleerd om tijdens sollicitaties heel zorgvuldig te werk te gaan. Door diversiteit in functies in de sociale sector en de vele veranderingen, is het heel belangrijk de advertentie goed te lezen. Het ontbreekt in welzijnsinstellingen nog wel eens aan een goede afdeling personeelszaken. De sollicitant moet dan veel werk verrichten voordat hij of zij reageert op een advertentie. In het gesprek is het dan belangrijk goed de verantwoordelijkheden en bevoegdheden door te nemen. Tijdens het werk moeten werkgevers en werknemers regelmatig de functie bespreken. Ongemerkt nemen werknemers verantwoordelijkheden op zich, impliciet of worden werkzaamheden impliciet gedelegeerd die andere verantwoordelijkheden met zich meebrengen. In het verleden is bij mij handelingsverlegenheid ontstaan door voorgaande. Bovendien is de term eigen verantwoordelijkheid niet bevorderlijk. Dit weerhoudt veel mensen om te handelen. In mijn visie past gedeelde verantwoordelijkheid. Neem een voorbeeld aan de sport: Sven Kramer en zijn coach Kempkes.
Mijn zoon is al 23 jaar (vanaf zijn 3e jaar) bekend met ‘behandelaars’ in de psychiatrie. Ik ben alleenopvoedend ouder. Vorig jaar is mij voor het eerst de vraag gesteld door een ‘behandelaar’ “hoe is het nu met/voor u als moeder van…?”