De vorige keer blogde Teun over de hoepels waardoor sociale professionals moeten springen >>
Heel knap hoe haar aanwezigheid in dit korte tijdsbestek de ruimte volledig heeft gevuld. De begeleidster ploft neer op een stoel aan de keukentafel, precies tussen meneer en mevrouw in. Ze draait haar rug naar meneer toe en tettert richting mevrouw: ‘IS HET GELUKT BIJ DE GAMMA?’ Deze deinst iets terug en knikt ja. Ze spreekt gebrekkig Nederlands, maar is niet doof.
‘Mooi, dan neem ik nu dus even de regie.’ Ze draait zich in mijn richting en begint de casuïstiek aan mij uit te leggen. Dat meneer en mevrouw gaan verhuizen, dat ze daar hulp bij willen en dat ze weinig geld hebben. Maar ook dat hun zoon niet goed gaat op school, dat mevrouw vaak ziek is en dat het echtpaar soms ruzie heeft. En zelfs dat meneer waarschijnlijk licht verstandelijk beperkt is.
Ik vind het altijd moeilijk om over collega’s in het sociale domein te oordelen. Want het blijft allemaal mensenwerk. Hoewel sociale professionals het tegendeel mogen beweren; mensen in hun kracht zetten is echt lastig. Zo niet onmogelijk. Je kunt hoogstens voorwaarden creëren zodat mensen de ‘eigen kracht’ zelf herpakken. En ook dan gaat dit vaak gepaard met vallen en opstaan.
Mensen uit hun eigen kracht halen is daarentegen heel gemakkelijk. Terwijl de begeleidster persoonlijke informatie achteloos over tafel strooit en vooral praat met de Irakese vrouw, zit meneer er verloren bij. Hij zakt steeds verder weg. Waar zou hij zijn met zijn gedachten? Wanneer onze blikken elkaar ontmoeten, glimlacht hij geforceerd. Ik heb met hem te doen.
Er is veel veranderd in het sociale domein de afgelopen paar jaar. Op papier klopt het. Eigen kracht, preventie, een participerende samenleving. Verantwoordelijkheden zijn neergelegd op plekken waar deze thuishoren. De budgetten dicht bij mensen. Waar maatwerk geboden kan worden. Participatiegoeroes bundelen ‘as we speak’ al de eerste lichtpuntjes.
Een korte blik bij gemeenten en maatschappelijke organisaties leert echter dat er voor een groot deel nog steeds dezelfde mensen rond lopen. Daar zitten hele goeien tussen. Daarnaast een groep mensen die erg zijn best doet. Maar ook een flinke hoeveelheid mensen die het nooit zal begrijpen. Succes van al die ingezette veranderingen zal afhangen van of het gemiddeld niveau van al die mensen valt op te krikken.
‘Echt goed dat je even de regie pakte’, complimenteer ik de begeleidster, ‘Zal ik dan nu even met meneer naar de nieuwe woning gaan? Als mannen onder elkaar? De boel opmeten, kijken hoe het met de vloer zit en wat afspraken maken?’ Ze glimt en vindt het een uitstekend idee. De Irakese man veert op en huppelt, gewapend met rolmaat en schroevendraaier, achter mij aan. In de auto slaakt hij een diepe zucht. ‘Mens is lastig’, zegt hij. Dat beaam ik.