Als menig jongerenwerker de jongeren die hij tijdens zijn werkzaamheden tegenkomt onder de loep neemt, zal hij al snel ontdekken dat veel van de jongeren ofwel gebruik maken van de jeugdzorg ofwel een wajong-uitkering genieten. Laat ik duidelijk zijn, ik hou niet van stereotypering en in mijn beleving zijn jongeren gewoon jongeren ongeacht in welk hokje ze te stoppen zijn.
Echter, door de vele veranderingen in het veld worden we weer even gedwongen om naar deze hokjes te kijken. Voornamelijk omdat het belangrijk is dat alle kennis die al in het veld aanwezig is met elkaar gedeeld gaat worden.
En juist daar kom ik op een interessant onderwerp. Rondom de transities zie ik allerhande formatiegroepjes ontstaan. Organisaties die hun kennis en expertise gaan delen met elkaar. Hulpverleners die al expertise in het werken met jongeren hebben (veelal Bureau Jeugdzorg medewerkers) en hulpverleners die in de toekomst geacht worden deze taken in een vernieuwde variant over te nemen.
Ik denk dat het jongerenwerk ook ontzettend veel expertise heeft die gedeeld dient te worden. Toch moeten wij onszelf vaak uitnodigen voor deze formatiegroepjes. Wij jongerenwerkers kunnen in mijn ogen juist de smaakmakers van dit geheel zijn. Ik zie het als een zeer smakelijk gerecht dat samengesteld moet worden. Neem als hoofdingrediënten een goede dosis groenten als rode paprika, groene paprika, ui, tomaten, bonen en knoflook. Je kunt dit samenvoegen met gehakt, en tomatenpuree. Maar hoe heerlijk je het bereid, hoe veel tijd en liefde je eraan besteed. Zonder de smaakmaker chili krijg je geen chilischotel.
Ik begrijp dat u als lezer zich begint af te vragen waar ik naartoe wil met mijn verhaal. Het gaat om de vergelijking, het jongerenwerk is de chili in de chilischotel. Hoeveel hulpverleners je ook bij elkaar zet om expertise te delen, hoeveel vernieuwende ideeën er ook ontwikkeld worden. Ik ben overtuigd dat er zonder het jongerenwerk geen transitie is.
Omdat het jongerenwerk als geen ander weet te vertalen wat zich afspeelt in de leefwereld van de jongeren. Sterker nog, veel vernieuwingen die op tafel komen zijn voor veel jongerenwerkers al gesneden koek. Ik wil niet zeggen dat elke jongerenwerker zich hier al van bewust is, maar ik weet zeker dat wanneer de jongerenwerkers op de juiste manier naar hun manier van werken gaan kijken ze bij veel kernkwaliteiten uitkomen die genoemd worden in de vernieuwing van de transities.
Ik ken geen jongerenwerker die zich heel specifiek op slechts één taakgebied richt. Het jongerenwerk is actief in de leefwereld van de jongeren en hun gezinnen. Binnen die leefwereld doen zij wat er gedaan kan worden. Heeft een moeder vragen hoe om te gaan met haar rebels puberende zoon, is het vaak de jongerenwerker die daar als eerste mee in aanraking komt. Menig jongerenwerker lijkt van nature niet degene die doorverwijst, maar zal deze moeder meenemen naar de specialist. Sterker nog, hij zal de specialist meenemen naar de moeder. Wanneer zoonlief kampt met schuldenproblematiek wordt al snel daar ook even naar gekeken. De meeste jongerenwerkers hebben een nauwe relatie met gemeenten, en weten dan ook al snel samen met de jongere het gemeentelijk schuldhulpverleningsloket te vinden. De jongerenwerker wordt zo een belangrijke hulpverlener in het gezin. Gewoon omdat de jongerenwerker er is, en voor dit gezin gezien wordt als een generalist, of in gewone mensentaal ‘degene die ze helpt als dat nodig is’.
Waarom wordt de rol van het jongerenwerk dan niet gewoon weggeschreven in al deze transities? Het klinkt immers allemaal heel makkelijk en logisch.
Dat komt, omdat veel jongerenwerkers zo bescheiden als ze zijn hun werk als vanzelfsprekend zien. En vanuit die vanzelfsprekendheid nog niet echt in de gaten hebben dat zij de smaakmaker van de transitie zijn. Let wel, veel jongerenwerkers volgen de transities met argusogen, juist omdat ze zo betrokken zijn bij de jongeren en hun gezinnen. Alleen door de jaren heen is hun rol zodanig neergezet als ‘jij bent geen hulpverlener’ dat ze dit zelf zijn gaan geloven.
Dat maakt dat het jongerenwerk zich nog niet vol heeft laten zien tijdens deze transities. Jammer vind ik, want ik denk namelijk dat net zoals een chilischotel zonder de smaakmaker chili nooit een lekkere schotel zal worden, de transitie jeugdzorg zonder de smaakmaker jongerenwerk geen juiste transitie zal worden.