In deze periode heb ik sinds lange tijd weer eens wat ik lang gemist heb in het veld: zeer bevlogen ambtenaren en collega’s van andere zorginstellingen die graag willen dat de zorg beter wordt rondom kinderen en gezinnen en zich niet direct laten leiden door organisatiebelangen of bestuurlijke dogma’s. Bij enkele vooral stadsdeelbestuurders mocht ik een soortgelijke gedrevenheid ervaren.
De conclusies die uit de hele analyse naar voren zijn gekomen waren dan ook niet mis te verstaan en omvatten vele gebieden. Dit gaat van het gegeven dat de gemeente Amsterdam zeer beperkt zicht heeft op hoe een aanzienlijk deel van het geld voor zorg rondom kinderen wordt uitgegeven en waaraan, tot en met gedrag van hulpverleners dat er niet toe bijdraagt dat klanten ervaren dat hulp werkt.
Gaandeweg deze periode kreeg ik het gevoel dat we een berg moeten verzetten om de zorg rondom kinderen effectief te organiseren. Je weet werkelijk niet waar je eigenlijk zou moeten beginnen om zaken te veranderen. Pas na lang nadenken kwam ik op een eenvoudig antwoord: als je iets wil veranderen, begin dan bij jezelf.
Eén conclusie is heel helder. Alleen daar waar een hulpverlener bereid is de grenzen van zijn/haar werkkaders op te zoeken en net dat stapje extra te doen, daar zijn trajecten pas echt succesvol. Dit kun je ook op jezelf toepassen als manager.
Voor de praktijk van mijn werk betekent dit dat we het maximale moeten doen om de veiligheid van kinderen te waarborgen. Maximaal is een onbegrensd begrip en zo dient het ook gehanteerd te worden. Als we van mening zijn dat wij het niet goed doen, grijpen wij in. Als een ander iets laat liggen, pakken wij het op en spreken een ander er op aan. En vooral: Wij laten ons ook aanspreken. Als aanspreken niet werkt dan gaan we ‘escaleren’ net zo lang tot de hulp rondom het kind wel goed georganiseerd is.
De uitkomsten van operatie Frankenstein gaan nu het bestuurlijk circuit in. Ik voorzie hier, ondanks alle positieve energie, grote problemen. Ik kan geen systeem aanwijzen dat zichzelf heeft weten te vernieuwen. Het bestuurlijke, wettelijke en organisatorische geheel is dusdanig complex geworden dat de belangen om niks te veranderen onbewust groter zijn dan de belangen van de kinderen. Ik hoop daarom ook dat de bestuurders in staat zijn het geleerde inderdaad om te zetten in een systeem verbetering.
Vergeet dan ook niet dat de titel: Monster van Frankenstein niet slaat op het monster maar refereert naar de maker. Mijn verzoek is: ‘Kan de maker van het monster, een ook een knuffelbeest creëren?’
Jacko van der Meulen (1971) is werkzaam als regiomanager bij Altra, een organisatie voor geïndiceerde jeugdzorg en speciaal onderwijs actief in de regio Amsterdam. Zijn werkervaring ligt op het terrein van jeugdzorg, LVG problematiek en arbeidsmarktbeleid in het publieke domein.