En toch vind ik vaak dat de oplossingen nog te weinig opleveren om te komen tot echt revolutionaire verbeteringen in de sector. Ik vraag mij dan ook doorlopend af wat ervoor zou kunnen zorgen dat oplossingen sneller, beter en met meer impact ingevoerd kunnen worden. In mijn zoektocht naar deze ‘magic bullet’ stuitte ik op iets dat perfect aansluit op de bij verandering benodigde houding van betrokkenen: de door artsen afgelegde eed van Hippocrates.
Artseneed van de KNMG en de VSNU van 2003:
‘Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd.
1. Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen.
2. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden.
3. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving.
4. Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen.
Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk. Ik zal zo het beroep van arts in ere houden. Zo waarlijk helpe mij God almachtig of Dat beloof ik.’
Wat nu als niet alleen de artsen in de GGZ maar alle behandelaren in de GGZ deze eed zouden afleggen? Als iedereen regel 1 tot en met 4 zou omarmen, wat zou er dan niet allemaal mogelijk zijn? Is de afgelegde eed van Hippocrates dan het wondermiddel dat ervoor zorgt dat baanbrekende verbeteringen in kwaliteit hand in hand kunnen gaan met kostenbesparingen?
Als ik de regels naar de dagelijkse praktijk van een moderne zorgprofessional vertaal kom ik tot het volgende rijtje:
1. Ik ben op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en pas deze zo snel mogelijk toe. Ik train trainers en coach collega’s om de nieuwste inzichten te helpen opdoen en sta ook open voor hetgeen anderen hebben geleerd.
2. Ik verwijs cliënten onbaatzuchtig door naar de best passende aanbieder van zorg. Bijvoorbeeld naar de basis GGZ, gespecialiseerde GGZ of de huisarts. De cliënt krijgt zorg op maat of dat nu binnen de grenzen van mijn organisatie is of daarbuiten.
3. Ik maak helder wat ik doe voor cliënten en wat dit oplevert. De ROM is hiervoor een ideaal hulpmiddel.
4. Ik richt mij naast het behandelen van cliënten ook op het continu toepassen van geleerde lessen om behandelingen sneller en effectiever te maken. Doordat we snellere hulp bieden, wordt erger voorkomen en komt er weer meer tijd bij om eventuele wachtlijsten te voorkomen of weg te nemen.
Zou het kunnen? Met elkaar deze eed uit het jaar 400 voor Christus (waarschijnlijk ingebeiteld in een kleitablet) afstoffen en dit gezamenlijk gaan nastreven (met een tablet uit de 21e eeuw)?