Lees hier meer blogs van Eric Dorscheidt >>
We hebben zelfs ‘return om investment’ binnen de publieke sector geïntroduceerd (u kent dat wel: uw bedrijf ontvangt subsidie als u maar wat werklozen bezighoudt voor ons). Vaak abstracte constructen die de mensen die het aangaat, niet begrijpen. ‘Isn’t that ironic? Don’t you think? A little too ironic’. Zeker, als je het mij vraagt. De gemeente heeft tegenwoordig de gewoonte om over participatiecentra te praten en er af en toe eentje te openen. Op de gevel wordt vervolgens daadwerkelijk ‘participatiecentrum’ geschreven. Zou de hulpbehoevende medelander, die wellicht kampt met problemen van psychische aard, die een flinke afstand heeft tot de arbeidsmarkt, laaggeschoold is, een lichamelijke handicap heeft of de taal niet goed spreekt, snappen wat de bedoeling is van dat participatiecentrum? Ik vermoed van niet. Voor wie we ‘participatie’ juist toegankelijk moeten maken, doen we dat juist niet. Terug naar de basis dus.
Welzijn, zorg, onderwijs, werk en taal zijn communicerende vaten binnen de belevingswereld van een burger. Die burger heeft doorgaans te maken met meerdere vragen of problemen die we in samenhang moeten beschouwen. Werken aan het een kan niet los gezien worden van het ander. Om vragen of problemen in samenhang te beschouwen en te beantwoorden of op te pakken is een andere invulling nodig. Omdat de diverse gemeentelijke beleidsterreinen – laat staan de landelijke – nog niet aan elkaar verbonden zijn, hoewel de overheid haar best doet, zijn intermediairs nodig die de verbinding weten te maken.
In Amsterdam wordt daarom gewerkt met ‘stadsdeeladviseurs’, die in wezen participatieadviseurs zijn. Ze kennen, vanuit hun positie bij de Dienst Werk en Inkomen, het re-integratieveld. Vanuit die startpositie zoeken ze de verbinding met de stadsdelen, met het lokale maatschappelijke veld van welzijnsinstellingen, kleine ondernemers en taalinstituten. En vanuit die verbinding zoeken ze naar nieuwe initiatieven en mogelijkheden om mensen die in een hulpbehoevende situatie zitten, te helpen. Primair om mensen weer aan de slag te helpen, maar realiserend dat een meervoudig vraagstuk een aanpak behoeft die over beleidsgrenzen heengaat. Dus als eerst de zorgvraag opgelost moet worden, dan doen ze dat.
De beleidsmatige verbinding tussen diverse domeinen ontstaat in Amsterdam daarmee (ook) ‘van onderop’. En dat is wel zo krachtig. De uitvoerders zoeken elkaar op, ook (het is niet anders) voortgedreven vanuit het besef dat het wachten op werkelijke visie en plannen nog even kan duren. Plannen moeten eerst begrepen worden voordat ze tot uitvoer kunnen komen. Wanneer het belang van mensen dicht op diezelfde mensen gezien en erkend wordt, vormt dat de beste garantie op daadwerkelijk succes. Bovendien vindt ‘participatie’ plaats binnen de sociale infrastructuur en wordt het veld benut. Welzijn, zorg, werk en taal: fundamenten voor participatie die dicht bij elkaar liggen.
Met dank aan Stefan van de Griendt
Eric Dorscheidt (1966) is adviseur en politicoloog. Als adviseur werkt hij voor de lokale overheid bij BMC-groep op het gebied van participatie, sociale zekerheid en welzijn. Daarnaast is hij lid van de Raad van Toezicht van Combiwel Amsterdam. In de avonduren is hij actief als voorzitter van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van het openbaar basisonderwijs in Amstelveen.
Helemaal mee eens Eric, De samenwerking tussen diverse partijen vanuit verschillende betrekkingen met de ‘participant’ werkt alleen indien deze zich als een volwaardig lid van de samenleving mag beschouwen.