Vorige keer blogde Magteld over succevol oud worden >>
Nooit eerder in de geschiedenis werden we zo oud. De vraag is of we zijn voorbereid op een dergelijke mijlpaal in de geschiedenis. Hoe bereiden wij onze kinderen voor op een leven van honderd jaar, of meer? Hoe wordt je gezond oud in een samenleving waar van alles te veel is? Zijn we in Nederland klaar voor de gezondheidsproblemen die horen bij dit verlengde levensperspectief? Zijn we voldoende voorbereid op de sociale problemen die hierbij horen?
Zelfredzaamheid
De levensloop heeft zich in de laatste honderdvijftig jaar verdubbeld. Dat is een grotere winst in levensverwachting, dan de vijfduizend jaar die daar aan vooraf ging. Er is uitgerekend dat iedere week die wij leven er een weekend wordt toegevoegd aan onze levensverwachting. Dit toont volgens mij aan dat het dat zorg- en hulpverleners die specifiek kiezen voor het werken met jeugd en jongeren ook moeten nadenken over oud worden en oud zijn. Want hoe krijg je de jeugd van dit moment zo gezond mogelijk oud? Dat is een opdracht die we niet alleen aan de toekomst kunnen overlaten. En een opdracht die we ook niet alleen aan de gezondheidszorg kunnen overlaten. Ook het welzijnswerk heeft hier nu al een rol in. Met sleutelwoorden als eigen regie, zelfredzaamheid en eigen kracht is de opdracht aan (jonge) gezinnen om zelf het heft in hand te nemen. Gelukkig redt een hele grote groep van deze gezinnen het prima, met hier en daar mogelijk een adviesje van het consultatiebureau. Toch lukt het niet ieder gezin zonder hulp. Naast pedagogische adviezen zijn er veel ouders die geleerd moeten worden op welke manier je kinderen gezond opvoedt.
Leven lang leren
Er is geen recept voor de voorzorg waarmee eeuwelingen geprepareerd kunnen worden. Zoals gezegd: het is een unieke situatie in de geschiedenis van de mensheid, waarbij ieder voorbeeld ontbreekt. Wel zijn er met goed verstand een aantal thema’s te benoemen die aantoonbaar een rol spelen bij goed oud worden. Die thema’s hebben te maken met gezond en niet te veel eten, het bij de les blijven, je blijven ontwikkelen gedurende je hele leven (een leven lang leren) en zo lang mogelijk blijven participeren (zowel formeel met bijvoorbeeld werk, als informeel in het nodig zijn voor anderen). Nog een andere belangrijke sleutel is het letterlijk in beweging blijven. Het gaat er dan om dat er iedere dag sprake is van tenminste een half uur intensieve beweging (inspanning waar je hart sneller van gaat kloppen). Bij deze thema’s hebben sociaal werkers een rol. Daarnaast zouden zij meer en meer moeten gaan nadenken over de rol die zij kunnen spelen bij het maatschappelijk debat dat volgens een aantal deskundigen gevoerd moet gaan worden. Hoe kun je het gezin van vijf hoog, drie achter laten participeren in de maatschappij? Hoe kunnen werkloze ouders dat doen? Hoe kun je een ouderpaar met weinig snapvermogen en weinig geld iets bijbrengen over gezonde voeding? En het belang van beweging voor hun kinderen? De overheid zal de discussie over zo goed mogelijk en gezond mogelijk oud worden moeten aanzwengelen. Sociaal werkers moeten nadenken over hun verantwoordelijkheden en mogelijkheden hierbij. Want oud worden gaat ons allemaal aan, dat is morgen al een feit.