Uit het rapport ‘Werk in uitvoering’, dat kennisinstituut MOVISIE onlangs over de Wmo uitbracht, blijkt dat de meeste aandacht is uitgegaan naar zorg en niet naar participatie. Ook krijgt de ketenaanpak nog te weinig gestalte en zijn de muren tussen zorg en welzijn nog lang niet geslecht.
Simpel gezegd draaide het het afgelopen jaar vooral om thuiszorg, thuiszorg en nog eens thuiszorg. Door middel van marktwerking wilden gemeenten hun uitgaven in de hand houden, raakten verscheidene instellingen in de problemen en kregen veel verzorgenden een freelance contractopgelegd als alfahulp.
Door deze perikelen raakten de goede voorbeelden buiten beeld. Daarom zetten we in deze special een paar best practices in het spotlight. Voorbeelden op het gebied van zorg en welzijn, die laten zien waar de kracht van de Wmo ligt. Goede praktijken die volgens ons inspireren door hun nadruk op samenwerking, participatie en sturen op kwaliteit.
Woonservicezone Escamp en de Wmo-aanpak van Alphen aan den Rijn bijvoorbeeld, laten zien wat een ketensamenwerking tussen gemeente, zorg en welzijn kan opleveren. Het leidt tot organisaties die elkaar niet beconcurreren maar versterken en aanvullen. ‘Het is een heel wankel evenwicht’, erkent Hans Roskam, directeur van welzijnsinstelling Mooi, Escamp. ‘Je moet écht af en toe wat durven inleveren.’
Ook het meedoen van zoveel mogelijk burgers in wijken en dorpen ontstaat niet zomaar. Gemeenten die ervoor kiezen hebben genoeg aanknopingspunten om hun burgers in beweging te krijgen. Een voorbeeld hiervan is Horst aan de Maas die de inspraak rondom de Wmo en dorpsplannen combineert om de participatie verder te helpen. Maar ook aan de huishoudelijke verzorging gaan we in deze special niet voorbij.
Frank Witkamp (Zorg en Welzijn Zeeland) en Kees Kort (Conclusion Advies en Management) blikken terug op een jaar praktijkervaring met ‘Het Zeeuwse model’. Gemeente en instellingen in Eindhoven borduren voort op dit model. Iris Jansen van zorgverlener Zuidzorg is enthousiast. ‘De gemeente heeft goed geluisterd. Ze stellen hun plannen ter discussie.’