Deze vragen kreeg ik op mijn bordje als panellid tijdens een debat over de aandacht voor Lesbische, homo-, biseksuele en transgenderjeugd (LHBT-jeugd) in de jeugdzorg. Onder de titel ‘Het gaat niet over seks’ beschreven drie SPH-studentes hun onderzoek naar de antwoorden van jeugdzorgmedewerkers op deze vragen.
Allereerst viel het me op dat er tijdens de presentatie en het gesprek toch wel erg vaak een link gelegd werd naar de seksuele kant van de LHBT-identiteit. Uit het onderzoek bleek dat, ondanks de titel van het onderzoek, ook jeugdzorgmedewerkers vaak een link legden tussen seksuele ontwikkeling en beleving en spreken over LHBT. Overigens is dat een bekend en nog steeds hedendaags fenomeen. Sinds 1 december 2012 is het onderwijs verplicht om aandacht te geven aan ‘seksualiteit’ en ‘seksuele diversiteit’. Daaronder wordt onder andere ook homoseksualiteit verstaan.
Ik vind dat te beperkend, voor mij gaat het meer over je identiteit. Overigens wel goed dat het ministerie van OCW scholen vraagt hier aandacht aan te geven. En omdat jeugd niet gehinderd wordt door sectorale schotjes, zou dus overal in de jeugdsector aandacht moeten zijn voor de identiteitsontwikkeling van jongeren, in al zijn facetten.
Neem nou de recentelijke coming-0ut van topzwemmer Ian Thorpe. Geweldig dat hij dat doet, maar tegelijkertijd schrijnend dat het blijkbaar nog steeds zo’n enorme opgave is om je identiteit aan de grote klok te hangen. En dat ligt niet aan hem. Als je zijn verhaal leest, dan begrijp je weer eens hoe belangrijk het is jezelf te kunnen en mogen zijn. En we kennen dit soort verhalen natuurlijk allang.
Thorpe spreekt de wens uit nu meer rust te krijgen. In Spits zegt hij: ‘Ik wilde uit de kast komen, maar ik had niet het gevoel dat dat kon. De leugen die ik leefde was zo groot geworden; ik wilde niet dat iemand mijn integriteit betwijfelde.’
Ik vind dat symbolisch en illustratief voor de uitkomsten die ook spreken uit onderzoeken van naar het welbevinden van LHBT-jeugd in Nederland, zoals SCP en COC dat deden. Daaruit blijkt onder andere dat jeugdigen die niet uit de kast durven komen, of dat wel doen in een niet-accepterende omgeving, meer risico lopen op depressie en doodswensen. Zo erg is het.
Uit verschillende onderzoeken en ervaringen, van Movisie en YOUTH Spot, blijkt dat LHBT-jeugd vaak niet gezien wordt door medewerkers uit zowel jeugdzorg als jeugdwelzijn. Het is onbekend, maar ook onbemind. Tijdens het debat voegde mijn collega Kees Bakker (Raad van bestuur NJi) toe dat het voor veel ouders vaak net zo lastig is. Ik ben dan ook blij dat VWS besloten heeft een inventariserend onderzoek te laten doen naar de knelpunten binnen de jeugdzorg en jeugdwelzijn naar aandacht voor LHBT-jeugd.
Ik zit op een homovolleybalvereniging, ik ga naar de GayGames, ik zwaai en feest als de opgetuigde boten door de grachten van Amsterdam varen tijdens de Canal Pride. Is dat nou nog steeds allemaal nodig, wordt nog steeds gevraagd? Ja, zeg ik dan. Ik ben nog steeds trots op de vrijheid die ik voel in mijn dagelijks leven, op de juridische gelijkwaardigheid en erkenning. Wat dat betreft waan ik me in Nederland nog steeds in een paradijs. En dat moeten we onderhouden, net zoals elke tuin.
Dus laat die jongen op de groep maar lekker op zijn hoge hakken lopen, zou ik zeggen. Dat staat ergens voor, denk ik dan. Het is de pedagogische taak van een begeleider om daar achter te komen. Het gesprek aan te gaan, met hem en de groepsgenoten. Net als over elke vraag of elk gedrag dat je niet een twee drie begrijpt. En als je dat persoonlijk lastig vindt, dan bespreek je het met een collega.