De vorige keer blogde Hans Versteegh over wijkteams en communicatie >>
Die aanslagen waren live te volgen op social media. De politie vroeg via Twitter geen opnames meer te verspreiden van hun inzet, om de terroristen niet in de kaart te spelen.
In de nasleep veranderde menigeen (ook sociaal werkers) zijn of haar profielfoto op Facebook in de Franse vlag. Zoals we ook de reactie ‘Je suis Charlie’ kennen op de aanslag op Charlie Hebdo.
Vervolgens kwamen in ons land Almere, Coevorden, Heesch, enz. letterlijk online in beeld met discussies, strubbelingen en zelfs rellen rond het huisvesten van vluchtelingen. We konden en zullen het allemaal live meemaken.
Social media spelen bij terrorisme een grote rol. Terreurgroep IS had in 2014 maar liefst 80.000 Twitter-accounts. In de VS beraad de overheid zich op tegenwerken van radicalen op de daar gevestigde social media platformen. Maar ook in ons land uiten sommige extremere kampen daarop ongezouten en vooral ongeremd hun mening.
En ik maak me daar best wel zorgen over.
De Ierse filosoof David Kenning werd vrijdag 15 januari 2016 in de Volkskrant geïnterviewd. Het onderwerp: de angst voor terreur en hoe die wordt gevoed. Hij was duidelijk. Alle kampen proberen niet de vijand te verslaan, maar de grote middengroep met angstbeelden te beïnvloeden, om eigen doelen mee te behalen. Met als gemene deler; wij tegen zij, die ook onder ons zijn.
Mij doet dat denken aan de eveneens verdeeldheid zaaiende PR-machine van de Nazi’s. Die hadden alleen niet de kracht van social media ter beschikking.
Doodeng.
Kenning pleit voor een andere manier van communiceren. Gericht op het gematigde midden van de samenleving. Waarden als gelijkheid en broederschap uitdragend. Met als doel het verstevigen van sociale cohesie. In plaats van terreurgroepen en rechts extremisten in de kaart te spelen door massa hysterie te ontketenen, waar die groepen juist op uit zijn. Er sterven nog steeds meer mensen in het verkeer dan door terroristisme.
Terug naar het sociaal werk.
Is het naïef van mij te denken dat opbouwwerkers met tweets kunnen laten zien dat verschillende bevolkingsgroepen vreedzaam samen de wijk vuurwerkvrij maken?
Is het naïef te wensen dat werkers in noodopvangplaatsen met storytelling het ware verhaal tonen van gevluchte Syrische gezinnen?
Is het naïef te hopen dat wantrouwende, uitgekotste groepen jongeren ophouden opnames van jongerenwerkers en wijkagenten online te zetten, die ze stiekem maakten met zogenaamde ‘James Bond pennen’ omdat er geïnvesteerd is in goede wederzijdse contacten?
Is het naïef te verlangen dat werkers bewust dat bepleite andere, positieve geluid laten horen?
Om de gematigde middenklasse, die zich doorgaans niet snel uitspreekt maar zich wel zorgen maakt, minder beïnvloedbaar te maken voor angst zaaien en radicalisering?
Wat is jouw antwoord? Kan het?