Lees hier meer blogs van Jillis Kors >>
Enkele weken geleden maakte de gemeente Zwolle bekend dat, naast de bijdrage van het ministerie, lokaal geld beschikbaar wordt gesteld voor de ontwikkeling van een lokaal filantropiemodel. Om een beeld te krijgen bij filantropie verzamelde ik literatuur uit Nederland, Verenigde Staten, Groot Brittannië en Duitsland. Tijdens een lezing ontdekte ik dat de veronderstelde civil society in werkelijkheid een bonte verzameling van tegenstrijdigheden is waarin elke mening een tegenhanger heeft.
In 2002 noteerde Schuyt al dat de jarenlange discussies over de onbezielde, onbestuurbare, onbetaalbare en inefficiënte verzorgingsstaat en de pleidooien voor markt en civil society tot twee groepen leiden: voor- en tegenstanders van een intermediaire overheid.
Michael Edwards, voormalig directeur van de Ford Foundation, die zojuist een prachtig werk heeft afgeleverd over de civil society, schrijft dat sinds het ontstaan van ideeën over civil society in de 18e eeuw de veronderstelling is dat zelforganisatie, burgerkracht en vrijheid ontstaan zonder overheid. Maar dat dit ideaal van een publieke ruimte waarin allen een evenredige stem hebben in de realiteit een strijd is, die gewonnen wordt door de sterkste met collectieve communicatie als een onbekend geluk.
Als kers op de taart blijkt dat het door Nederland zo gewenste filantropiemodel in de Verenigde Staten helemaal niet zo onafhankelijk van de overheid opereert. Zelfs in de Verenigde Staten speelt de overheid, hoe klein dan ook, een belangrijke rol in het openbare leven en is de kritiek op filantropie dezelfde als hier op de welzijnsorganisaties.
Werken aan een lokaal filantropiemodel waarin de veronderstelde civil society centraal staat en waarin de overheid sociaal beleid gaat overdragen aan burgers en bedrijven vraagt blijkbaar om erkenning van diversiteit. Schuyt noemt combinatie strategieën als wenselijk en Edwards noteert dat sociaal ondernemerschap de volgende stap is in de historie van samenlevingsopbouw. Beide inzichten leiden tot hybride vormen van samenwerken. Burgers, bestuurders en bedrijven samen in een sociale onderneming voor sociaal beleid, dat we daar zelf niet aan gedacht hebben!
Jillis Kors, (Groningen, 1974), opleidingen Cultureel Maatschappelijke Vorming en Sociologie, is ontwikkelaar en uitvoerder van opbouwwerk en participatie projecten. Sinds oktober 2008 is hij opbouwwerker in Zwolle.
Dag Jan Sluiters,
Bedankt voor uw reactie. Ik zal volgende maand in een nieuwe blog mijn voorstel voor een filantropiemodel beschrijven.
Wat is uw definitie van het filantropiemodel (gebaseerd op de literatuur)? En wat zijn voor u de wezenlijke verschillen tussen de Amerikaanse en Nederlandse praktijk?