Ze heeft moeite met lezen, begrijpt de schriftelijke informatie niet goed en ook het schrijven kost haar veel moeite. Anna heeft het altijd goed verborgen weten te houden. Ze bedacht slimme oplossingen: ‘Dit formulier vul ik thuis wel in’, ‘Wilt u dat voor mij opschrijven want mijn handschrift is onleesbaar?’. Waar nodig hielp de buurvrouw haar.
Moeite hebben met lezen en schrijven, bestaat dat nog? Ja, helaas wel. Wie zijn dat en hoe kan dat? Naar schatting telt Nederland 1,5 miljoen laaggeletterden, zoals Anna, waarvan tweederde autochtonen. In Drenthe zijn ongeveer 45.000 mensen laaggeletterd, dat is 13 procent van de volwassen bevolking. Telkens als ik dit vertel tijdens een voorlichting en in gesprekken met anderen zie ik verbazing en ongeloof op de gezichten. En er komen nog steeds nieuwe ‘laaggeletterden’ bij. Want ook vandaag de dag verlaten kinderen de basisschool met onvoldoende taal- en rekenvaardigheden. Zij hebben al een achterstand die ze later moeilijk inlopen.
Daarbij komt ook nog dat 7 procent van de schoolverlaters tussen de zestien en negentien jaar niet goed genoeg kan lezen om zich in onze samenleving te kunnen redden. De hoeveelheid informatie groeit, zowel in het dagelijks leven als op het werk. Denk aan de vele formulieren, het computergebruik, de reclame, de bijsluiter bij medicijnen, geld pinnen. Op het werk moeten mensen werkbriefjes invullen, e-mailen, instructies en veiligheidsvoorschriften lezen.
Voor Anna is het steeds moeilijker om op haar werk het probleem te verbergen. Maar Anna treft het met haar leidinggevende die informatie leest over laaggeletterdheid en daardoor de signalen herkent. Hij krijgt vermoedens naar aanleiding van de werkbriefjes die vaak onduidelijk zijn ingevuld. Door vertrouwen en een respectvolle benadering gaan ze in gesprek en vertelt Anna haar verhaal. Uiteindelijk maakt zij de stap naar een cursus lezen en schrijven en daar heeft ze geen spijt van. Ze heeft meer zelfvertrouwen gekregen en is meer gaan praten. Het allermooiste is: ze kan nu haar dochtertje voorlezen en dat is weer goed voor de taalontwikkeling van beide. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten!
Al te makkelijk kan het idee ontstaan dat mensen die niet of onvoldoende kunnen lezen, dom zijn. Het tegendeel is waar. Er is juist veel kracht en inventiviteit nodig om het te verbergen. Mensen ervaren de kracht als ze opnieuw naar cursus gaan. Gelukkig zijn er veel mensen als Anna die de stap naar een cursus durven maken. Maar helaas zijn er ook nog heel veel mensen die zich schamen en het probleem verbergen. Zij hebben iemand nodig die hen over de streep trekt. Gezamenlijke inzet is nodig. Daarom is in 2008 de Drentse campagne laaggeletterdheid van start gegaan. Gemeenten, bedrijven en scholen worden voorgelicht en geactiveerd om laaggeletterdheid bespreekbaar te maken. Een workshop ‘herkennen, erkennen en doorverwijzen’ helpt loketmedewerkers, werkcoaches, leidinggevenden, personeelsfunctionarissen en leerkrachten om te signaleren, in gesprek te gaan en door te verwijzen naar een cursus.
De maatschappelijk winst is groot: meedoen in de samenleving, minder ziekteverzuim, meer mensen aan het werk, meer ondersteuning van kinderen. De individuele winst nog groter: meer zelfvertrouwen, een betere baan, meer plezier in het werk, kinderen voorlezen en helpen met huiswerk. Bent u, zoals Anna’s werkgever, die sleutelfiguur? Kom dan in actie!
Atty Beetsma (’48) werkt sinds 2003 bij STAMM CMO Drenthe. Binnen de programmagroep Werken en Leren houdt ze zich o.a. bezig met het project Laaggeletterdheid en de Drentse Campagne.