Lees hier meer blogs van Tineke van Uden >>
Het eerste seintje om eens even stil te staan bij wat ik verkondig, komt begin van de week wanneer ik hoor dat een voormalige buurtbewoonster gestorven is. Een vrouw die omschreven werd als zorgwekkende zorgmijdster en die uiteindelijk, na een korte opname in het ziekenhuis overlijdt. Ondervoeding, overmatig alcoholgebruik, thuisloosheid, ze was niet meer bestand tegen een infectie. Het raakt me, maar ik denk er niet al te lang over na.
Het universum is echter nog niet klaar met me. Terwijl ik bezig ben met de beoordeling van een toepassingstoets over outreachend werk gaat de bel. Een oude vriend die veel “hoedanigheden” kent, van psychiatrisch verpleegkundige tot psychiatrisch patiënt, van vrijwilliger tot zorgwekkende zorgmijder, van lastpost tot vrolijke Frans, staat onverwacht op de stoep. Elke paar jaar duikt hij op, praat me even bij over zijn visie op hulpverleners, de stand van zaken in zijn leven en waar hij weer naar toe verhuisd is . Als een wervelwind erin en er weer uit. De boodschap die blijft hangen is dat het hem alléén beter afgaat dan wanneer hij moet voldoen aan allerlei voorwaarden van organisaties die vooral zichzelf aan werk willen helpen. Het wordt al lastiger om me te concentreren op het nakijkwerk, maar ik moet door, ik moet beoordelen of die jonge mensen die hulpverlener willen worden het gesnapt hebben.
En dan gaat de telefoon. Vriendin, mentor, voorbeeld. Ik weet nooit wat goed wat ze allemaal van en voor me is, maar haar verhaal maakt dat ik even alle boeken sluit. Zij is nooit hulpverlener geworden of geweest, ze is zo geboren en gebleven en deed dat tussendoor nog ooit als vak. Ze heeft alles gedaan wat je als professional eigenlijk niet hoort te doen. Ze heeft zich intensief begeven in het leven van iemand waar niemand meer naar omkeek, op een paar professionals na. Als voormalig hulpverleenster van deze mevrouw had ze allang afstand moeten nemen, maar dat heeft ze niet gedaan, ze heeft gekozen voor nabijheid, voor present zijn in het meest bepalende moment van iemands leven.
Ook zij vertelt over een overlijden, over hoe moeilijk het is om voor deze mevrouw een waardig te sterven te regelen, daar is het systeem niet op berekend. En dus is ze 5 dagen bijna onafgebroken aanwezig geweest om ervoor te zorgen dat deze vrouw niet in verkommerde toestand alleen te overlijden kwam. En ik denk: niet vergeten tegen mijn studenten te vertellen dat ‘erbij zijn en blijven’ voorrang heeft op methodieken en modellen.
Tineke van Uden (1965) werkte in haar gevarieerde loopbaan met jongeren in de jeugdhulpverlening zoals opvangcentra, internaat, op straat en in het sociaal cultureel werk. In het volwassenenwerk deed zij ervaring op in de vrouwenopvang en stapte daarna over naar het maatschappelijk werk. Inmiddels is zij zelfstandig onderneemster en traint en adviseert organisaties rondom outreachende hulpverlening. Daarnaast is ze parttime docent Sociale Studies ben bij Avans Hogeschool ’s Hertogenbosch.