De vorige keer blogde Elsbeth over het asociale van de participatimaatschappij >>
Met die focus op wat iemand wil en wat hij kan. Alsof het verbeteren van een situatie (waar meestal veel meer partijen bij betrokken zijn) afhangt van wat die ene persoon wil en kan. Het wordt wat mij betreft tijd om de focus te gaan verleggen:
Van gericht zijn op wat één iemand zou willen en kunnen, naar gericht zijn op de samenwerking (of het ontbreken ervan) tussen alle partijen die met de situatie te maken hebben.
Het verbeteren van een situatie zie ik liever als een gemeenschappelijke kwestie dan als een persoonlijk probleem. Begrijp me goed, ik bedoel niet dat anderen gaan bepalen wat goed is voor iemand. Daar zijn we nu eindelijk van af aan het raken. Maar het klopt ook niet dat de wensen en mogelijkheden van één persoon leidend zijn.
Want hoe vaak is het zo dat je in de praktijk maar met één persoon te maken hebt? Bijna nooit toch? Vrijwel altijd zijn er familieleden, buren, vrienden, andere professionals en instanties betrokken bij de situatie. Al die partijen hebben wat te vertellen en te wensen over de situatie waar ook zij in zitten en mee te maken hebben toch? Hoeveel bereidwilligheid om samen te werken aan het vinden van oplossingen verwacht je, als je uitgaat van ‘de wensen van één persoon’.
Samenwerking wordt vaak beschreven als het bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door een optimale afstemming tussen de eigen kwaliteiten en belangen én die van de groep / de ander. Als je de samenwerking tussen partijen wil bevorderen, (bijvoorbeeld tussen ‘cliënten’, naasten, professionals en vrijwilligers) dan lijkt het me dus niet handig om maar aan één partij te vragen wat zijn wensen en mogelijkheden zijn. Partijen zullen met elkaar aan de praat moeten om uit te wisselen wat een gewenste situatie kan zijn. En wat een ieder kan bijdragen om daar te komen.
Daar gaat het immers toch ook om bij sociaal werk? Dat mensen die betrokken zijn bij een kwestie met elkaar gaan zoeken naar oplossingen die de situatie verbeteren? Dat is best lastig en gaat vaak niet vanzelf. Meestal spelen er tegengestelde belangen. En kunnen of willen partijen niet (meer) met elkaar praten. Gelukkig zijn er sociaal werkers die dan als procesbegeleider en gespreksleider kunnen optreden.
Vaak vanuit organisatie die erg (in)gericht zijn op het bieden van individuele cliënt ondersteuning…. dat wel.
Beste C Hergaarden,
Inderdaad werkt het heel goed om een onafhankelijk iemand te vragen dit samen zoeken proces te begeleiden. Een ‘ buitenstaander’ kan mogelijk makkelijker een meervoudig partijdige houding innemen dan iemand die al een positie heeft in de kwestie.
Eens met jouw insteek om ‘mensen die betrokken en (soms) geschrokken zijn’ ook mee te laten beslissen over het plan van aanpak en de oplossingen. En dat kan veelal prima mét inzet van professionals in dat proces. Alleen, soms werkt het beter (vooral wanneer ingrijpend dreigt) om een onafhankelijk iemand te vragen ‘zoveel mogelijk mensen bijeen te brengen om een plan te maken’ waarbij professionals de kaders vooraf schetsen en het plan van de familie faciliteert. Dat geeft die professional de handen vrij om te doen wat soms ook nodig is; helder maken wat de grenzen zijn aan het handelen.