Zoals in het geval van Annabel, succesvolle zakenvrouw met een goedlopende massage/beautysalon. Op haar veertigste besluit ze nog graag een baby te willen. De achttienjarige zoon die heel lang met zijn moeder alleen leefde, kan het goed vinden met stiefpa en gunt zijn ouders hun nieuwe geluk. En het mag van de overheid omdat hij Hui-moslim is; minderheden mogen namelijk twee kinderen.
De zaak vormt geen belemmering. Het loopt daar allemaal als een trein en haar halve familie zit in het management. In het weekend praten ze bij. Een zus zal nu alle dagen present zijn om de schoonheidsspecialistes en fysiotherapeuten aan te sturen. Voor zover nodig. Als klant zie ik een geoliede machine met voorbeeldig professioneel en servicegedrag in een ook technisch goed onderhouden salon.
De zwangerschap loopt echter niet goed. Annabel moet naar het ziekenhuis voor onderzoek en vervolgens plat liggen om de vrucht een kans te geven. Het ziekenhuis heeft vier- tot zespersoonskamers voor de lichtverzekerden, maar ook twee- en zelfs eenpersoonskamers voor de goedverzekerde patiënten. Of voor hen die met gemak het dagtarief kunnen betalen van de vip-afdeling waar de dagprijs richting 150 euro gaat.
Daar kan zij liggen en rusten. De afdeling is stiller, schoner en heeft de beste dokters.
Onbereikbaar voor de modale inkomens. Van hun maandsalaris, 100-150 euro, zouden dan ook nog operaties en medicijnen betaald moeten worden. Er is geen sociaal verzekeringssysteem dat iedere burger beschermt. Overal wel, maar in China zeker is het beter ziek zijn als je vermogend bent.
Kamers met tv en een extra bed voor de familie. De dokter en de verpleegster doen ook voor de vips alleen de medische handelingen. Dagelijkse wasbeurten, eten, verschonen, oefenen, bijhouden van dossiers inclusief röntgenfoto’s: allemaal familiewerk. Vaak is het gemakkelijker voor de mantelzorgers om hun familielid in het ziekenhuis te houden en te verzorgen. Als ze tenminste de meerpersoonskamer kunnen betalen. ‘Thuiszorg’ voor verder herstel thuis is lastiger, wel goedkoper, maar ook gevaarlijker voor de gezondheid. De welgestelden hebben ruimte en voorzieningen, (een boiler, airconditioning, wasmachines, een auto,) en hun mantelzorgers kunnen extra hulp inkopen.
Annabel moet drie weken blijven en liggen. Afwisselend slapen zoon, echtgenoot en zussen bij haar. Vriendinnen niet, deze mantelzorg is voor familieleden. Hun dagschema’s worden aangepast. De mantelzorg gaat altijd boven het normale werk. Docenten en studenten verzuimen, in bedrijven is ziekte van ouders en kinderen een acceptabel argument voor afwezigheid. Dokters en verpleegsters met zieke familieleden zijn dubbel druk, want ze functioneren ook als ‘verbindingsofficier’ tussen collega-artsen en hun eigen familie. En ze moeten als professionele mantelzorger fungeren voor hun familiepatiënt.
Annabel blijkt een buitenbaarmoederlijke zwangerschap te hebben en eindigt in een operatie. Thuis heeft ze daarna ook de ruimte en de nodige huishoudelijke hulp om te herstellen. Blijft nog het verdriet, dat verwerkt moet worden. Ook dat gaat beter met geld dan zonder: de familietrip naar het westen wordt geagendeerd voor deze zomer.
Anne Geerdink (1951) is voor een schooljaar vertrokken naar het Noord Westen van China. Ze doceert daar Internationale Communicatie/Engels aan de Medische Universiteit van Ningxia. Als sociaal-pedagoog en organisatieantropoloog met ook werk-en onderzoekservaring in welzijnswerk en zorgorganisaties kijkt ze met grote belangstelling naar(de organisatie van)zorg en welzijn in de totaal andere cultuur en zorgstructuur van China.