Een rake typering als je het mij vraagt. In de praktijk zie ik dat allerlei mechanismen écht samenwerken in de weg staan. Veel tijd en energie gaat zitten in het op papier zetten van goede intenties en afspraken vanuit het belang van het kind. Daarvoor staat de ‘mee’ in het woord meestribbelen.
Als het dan op concrete resultaten en afspraken over de uitvoering daarvan aankomt, begint het tegenstribbelen. Diverse mechanismen – meestal niet zo bewust of expliciet – belemmeren het échte samenwerken: persoonlijke belangen, organisatiebelangen, arrogantie van grote ten opzichte van kleine organisaties, vrees voor verlies van identiteit of voor ondergesneeuwd raken van belangen en discussies over regievoering en financiën.
Dit soort bewegingen kom ik in mijn werk niet zozeer tegen op de werkvloer, maar meer bij beleidsmakers en stafmedewerkers, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van een integrale aanpak voor jeugdigen met complexe problemen. Discussies over wie de regie heeft en wachten op (nieuwe) financiële ontwikkelingen belemmeren de voortgang en daarmee het bereiken van het inhoudelijke doel.
En waar blijft dan het belang van het kind? Als we dat meer voor ogen hebben is er ruimte voor échte samenwerking, voor gezamenlijke actie, voor doen!
Nan Bettonvil werkt als adviseur voor K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd. Zij adviseert organisaties, die werken voor jeugd, over verbetering van kwaliteit, continuïteit en samenhang in het zorgaanbod.