Alcoholproblematiek, somatische klachten, geldzorgen, verrommeling in de woning en – ja, hier is ‘ie weer- overlast voor de buurt. De situatie van toen nog eens terugbekeken, houd ik hierna voorlopig op over overlast. Het gaat namelijk toch echt om zorg. Waar ik eerder nog meende dat de keus vaak gaat tussen individu of groep (buurt), laat deze situatie mooi zien dat de keus ook kan zijn: een groep voor het individu.
Hoewel het geen groot probleem was om bij Gert en zijn vrouw Petra binnen te komen, viel er in de eerste periode die we er kwamen niet veel te doen. Koffie drinken was oké, maar verder hoefde er niets. Aandringen bracht het contact in gevaar. We hadden misschien nog heel lang koffie kunnen blijven drinken als de situatie niet nog nijpender was geworden wegens een oplopende huurschuld.
Het beeld van dakloos te worden, vooral voor Gert met zijn zwakke gezondheid, joeg schrik aan. Niet alleen bij Gert en Petra zelf, maar toch ook wel voor sommige buren, die weliswaar niet blij waren met de situatie zoals die was, maar liever een andere oplossing dan deze zagen.
Meer vaart kwam erin toen deze buren en enkele familieleden van Gert betrokken konden worden bij het zoeken naar een oplossing.
Door de zorgen te delen, kregen Gert en Petra lucht en hoewel er in sommige gevallen nog een lange tijd overheen ging, verbeterden zo hier en daar toch wat onderlinge betrekkingen. Er is meer begrip voor elkaar ontstaan. Ook de latere inzet van Present om de woning wat op te knappen gaf een positieve impuls aan de situatie. De ervaring dat andere mensen zich voor je inzetten zonder dat daar druk op zit, kan wonderen doen.
Niet alles is ‘opgelost’ bij Gert en Petra thuis, er zouden nog wel dingen anders kunnen, maar wiens behoefte is dat? Gewend als we in hulpverlening geraakt zijn aan het stellen en bij voorkeur ook halen van doelen, kan het geen kwaad die vraag van tijd tot tijd eens te stellen. De nadruk afhalen van overlast en van wat fout gaat en in plaats daarvan de hulp van meer logische betrokkenen dan hulpverleners in te roepen, heeft hier in elk geval bijgedragen aan een verbetering van de situatie.
Natuurlijk beschrijf ik het hier in een notendop en zaten er in deze situatie – zoals ongetwijfeld in de meeste – meer lagen en hobbels, maar het was toch vooral de de ‘gewone’ menselijke hulp die als bindmiddel haar dienst heeft bewezen. Daar moeten we zuinig op zijn, maar laten we ’m ook niet te snel over het hoofd zien.
Astrid Bosman (1973) is maatschappelijk werker en sociologe. Zij is onder meer werkzaam geweest in de jeugdhulpverlening en de dak- en thuislozenopvang. Nu is ze namens een instelling voor Algemeen Maatschappelijk Werk actief in een OGGZ-team. Astrid heeft Vooral affiniteit met OGGZ-doelgroep en de beleidsvraagstukken rondom de organisatie van zorgprocessen en logisch handelen.
mooi neergezet, zoals we hebben gesproken bij de maaltijd is dit waar het om gaat.